|
Grumpy Old Men Tour 2009
Ierland 21 mei – 1 juni
|
|
Dag 9 - Vrijdag 29 mei 2009
|
|
Achill morning
The cuccoo wakes me with his call as morning sun comes shining through i take my running shoes and go a little dog comes running too two swans are swimming in the lake the wind blows from the sea a fox jumps out of the hedge and than there’s only me watching how the waves roll in on the little secret strand i feel glad and young again as on my fathers hand
|
|
Wat een schitterende morgen. Stralende zon en een zacht briesje. De whiskey van vannacht is goed verteerd, kwaliteit liegt niet en ze kostte genoeg. Zoals hierboven beschreven kan ik de drang om te lopen niet weerstaan en ik begeef me alleen op pad. Aan een kleine aanlegsteiger zet ik me even neer en heb een kort gesprek met een oudere dame die rust en eenvoud uitstraalt. Onbetaalbaar zo’n moment. Het leven kan toch simpel zijn. De douche achteraf is dubbel lekker en ook mijn vrienden hebben de mooie ochtend ontdekt. We fiksen ons ontbijt. Ik betaal het gelag en beloof Pat dat ik één van de jaren nog eens langskomt. Hij gelooft me. We rijden de Atlantic drive op en voor onze ogen ontrolt zich het panorama over Clew Bay en zijn tientallen eilandjes. Aan de overkant van de baai staat Croagh Patrick, de heilige berg, op ons te wachten met zijn stenen kruin in de zon. Even voor Newport ontdekken we een groot veld Engels gras dat in volle bloei staat. Het is een soort krekengebied en de zachtroze kleuren temperen het felle licht.
|
|
|
|
In Newport zelf een kleine tussenstop en dan zijn we in Westport. Abbeyhouse ligt vol vertrouwen op onze komst te wachten. We worden vriendelijk verwelkomd door een Oostenrijkse, Susan is er nog niet. Ons hol voor de volgende drie nachten, de laatste van deze reis, wordt ingericht en we gaan te voet de stad in voor inkopen en lafenis. We besluiten van het goede weer gebruik te maken om meteen deze namiddag de aanval op Croagh Patrick in te zetten. Titte sputtert wat tegen, zijn pootje doet weer pijn. We laten ons echter niet van de wijs brengen en maken onze rugzakjes klaar. Het belooft een stevige klim te worden, die mijn onervaren vrienden zullen moeten overwinnen. Na enkele foto’s aan het beeld van de heilige gaan we op pad. Het eerste stuk is vrij lastig langs een bergriviertje met onregelmatige stijgingspercentages en vele losse keien.
|
|
Titte haakt al snel af en besluit verstandig zich niet helemaal naar de vaantjes te lopen. In Campbells pub beneden zullen ze wel goed voor hem zorgen. Ieder gaat verder op eigen tempo. Het tweede deel is niet zo steil en beter begaanbaar. Een wandelaar die onwel geworden is wordt geholpen door het Mountain Rescue Team. Dan komt het laatste stuk. Zeer steil en losse platte schuivende stenen. Hier is het opletten geblazen. Boven staat een stevige wind, zoals gewoonlijk. Frans en Eric komen wat later ook boven en worden net als ik beloond met het mooiste uitzicht van de wereld (volgens ons toch). De baai toont ons alle kleuren blauw en groen, die men zich kan indenken.
|
Na een flinke slok is het afdalen geblazen. Dat is vooral op het eerste stuk niet ongevaarlijk en af en toe moet er met handen en voeten gewerkt worden om recht te blijven. Iedereen komt veilig beneden en daar ontvouwt zich voor onze ogen een onwaarschijnlijk schouwspel. Tegen de gevel van de pub zit onze eerbiedwaardige grijsaard de show te stelen. Zijn pet op zijn kop, de lange grijze baard even wuivend in de wind, leunend op zijn wandelstok zit hij te poseren achter een grote Guinness.
Het mooiste is dat, vooral Amerikaanse, toeristen stoppen om foto’s van dit levende monument te nemen. Wanneer hij dan ook af en toe nog wat mompelt achter zijn dikke knevel zijn deze argelozen waarlijk de mening toegedaan dat ze de laatste echte Gaelic sprekende Ier van de streek in levenden lijve hebben mogen aanschouwen. We nemen ook een welgekomen verfrissing en bezoeken aan de overkant van de weg nog Murrisk Abbey, waar enkele Alpenkraaien zitten te krassen en het nationale monument dat de Great Famine herdenkt.
Van deze herdenking krijgen we zelf honger en Chef Frans en zijn keukenhulpje prepareren één gebakken vis met puree die door de heren jongezellen goed bevonden wordt. In ruil doen zij de afwas. Ondertussen is ook uitbaatster Susan opgedaagd. Ze ziet er beter uit dan 5 jaar geleden en dat kan ook van haar etablissement gezegd worden. Volgens mij krijgt ze haar zaakjes stilaan onder controle. Ze herkent me gelukkig nog.
Nu is het hoog tijd om de kroeg van Matt Molloy te bezoeken. De fluitspeler van de Chieftains heeft hier de pub van zijn vader uitgebouwd tot het drank en muziek centrum van het bezige stadje. Het is er zeer druk zoals altijd. Bovendien zijn er weer de onvermijdelijke hen-partys. Dat levert veel fraai, schaars gekleed jong vrouwvolk op. Maar dat is niet echt waarvoor we naar hier gekomen zijn. We registreren dus slechts en zien nu al van ver hoe dat gaat aflopen. Lees: zat, ziek en zwalpend! Een jong tweetal pakt zijn instrumenten uit en vult de ruimte met virtuoze klanken. Vooral de accordeonist kan me zeer bekoren. We genieten van de muziek. Ik geraak in gesprek met éne Michelle uit Dublin. Sympathieke madam. Na de sessie geraken we aan de praat met de muzikanten. Resultaat: Ik krijg hun nieuwe CD en de vraag om voor hen wat promotie te maken in onze contreien. Om een uur of twee komt de garçon zeggen dat het nu wel echt gesloten is. Pas dan merk ik dat mijn maten de slaapstede al opgezocht hebben. Zijn ze misschien een beetje moe of heb ik weer zolang staan kletsen dat het eind er van verloren liep? Op de trap van Abbeyhouse schrijf ik nog wat indrukken neer van deze boeiende dag. Dan vallen ook mijn ogen toe.
|
Barry
You play the old squeezebox so fast and so smooth you tell me that playing feels ever so good along with the boys to play in a band it must feel great to sit in the sand of some sunny beach on the coast of mayo just listening to you it pleases me so
|
|