DAG 10

MAIN

DAG 12

 

 

DAG 11

 

 

 

 

 

Dag 11 : het mysterie ontrafelt !

 

Ook hier hadden wij ten afscheid wat Belgische pralines voorzien.  De geste werd ten zeerste gewaardeerd.

 

Een laatste stevig ontbijt aan de voet van de Ben Nevis en wij op weg naar de Trossachs. 

 

Eerst gingen we nog een kijkje nemen aan Neptune’s Staircase.  Over een afstand van 500 meter overbruggen 8 sluizen bijna 20 meter hoogteverschil.

 

Neptune's staircase

 

 

 

 

We volgden de oevers van Loch Linnhe en reden door naar Glen Coe.  

 

Clubreizigers kennen inmiddels deze route.  

 

Beschouw ze als een verplicht nummer, door iedere toerist minstens éénmaal te volgen.  

 

Heel wat herinneringen aan die fenomenale clubreis 2008 kwamen terug.  

 

Alleen de pipersmuziek bleef achterwege, of toch niet helemaal.  Ter hoogte van “The Three Sisters” stond een Schot zijn zak vol te blazen.  
We konden de parking al van ver horen.

Parking Glen Coe

 

 

 

 

Glen Coe

 

 

 

 

 

 

We hadden al langer een wandeling naar “The lost valley” voorzien.  Eerst volgden we een kort stukje van de West Highlandway en dan liep er een smal pad tussen 2 toppen en volgde al klimmend – hoe kan het hier ook anders – de loop van een bergbeek, een bijbeek van de Coe-rivier.  Na een uur stappen, bereikten we ons einddoel : een ingesloten vallei vergelijkbaar met een natuurlijk Romeins amfitheater, opnieuw een onverwacht stukje ongerept Schotland.  De vallei werd vroeger door de Mac Donalds gebruikt om hun gestolen vee te verbergen in de hoop dat het niet ontdekt zou worden.  Vandaar de naam “The lost valley”.

  Orchideeën

Op weg naar de Lost Valley

 

 

 

 

The Lost Valley

 

 

 

 

 

 

Langs de Rannoch Moors vervolgden we onze weg naar de Trossachs.   

 

Voor de lunch hielden we halt aan het gelijknamige hotel van Bridge of Orchy.  Dit minuscule dorpje ligt pal op de grote wandelroute, wat trouwens ook op mijn verlanglijstje staat.  Alleen nog een aantal trekkertjes vinden om letterlijk mee in het avontuur te stappen.
Het eten in het hotel was lekker, de bediening uiterst verfijnd en een lust voor het oog.  Kortom, weer een adresje om te onthouden.  In een hoek van de eetruimte zat een groepje, met rugzakken beladen, Vlaamse jongeren uit onze regio.  Onze nieuwsgierigheid was gewekt en onze vermoeden bevestigd. 

The Rannoch Moors

Ze bleken inderdaad de West Highlandway te stappen.  Hun conclusie : mooi maar vermoeiend, zeker als je ook je eigen tent meesleurt.  Eén van de kerels zag er echt koortsig uit, hij rilde en liep maar heen en weer.  Het moederinstinct van Martine kwam boven en onze reisapotheek werd aangesproken.  Hopelijk hebben ze het einddoel gehaald.

 

Het was behoorlijk druk op weg naar Crianlarich, maar eens in de Glen Drochart werd het rustiger.  We reden tot Killin waar de Falls of the Drochart een toeristische trekpleister vormen.  De watermolen was in werking maar wij zochten onze toevlucht tot een gezellige pub waar het haardvuur brandde.  Het was buiten immers maar 15°C , de regen bleef wel uit.

 

 

 

The Falls of Drochart

Killin

 

 

12 miles verder lag onze volgende rustplaats : hotel Munro Inn te Strathyre.  In tegenstelling tot de vorige B&B’s werden we hier niet onmiddellijk verwacht.  De uitbater bladerde wat tussen verfrommelde, handgeschreven papieren, zuchtte en vond uiteindelijk een kamersleutel.  Had hij op dat ogenblik gezegd : “sorry, ik heb geen plaats meer”, wij hadden het geeneens erg gevonden, ook al was er een ruim aanbod aan whisky.  Dat was trouwens één van de redenen, naast de centrale ligging om hier te overnachten.  Maar ooit moet dit een prachtig gebouw zijn geweest, nu was het geheel onderkomen.  Het rook er muf en niet fris, de kamer was net zoals de uitbater, niet verzorgd en half afgewerkt.  Bagage uitgeladen, ons wat verfrist en dat wisten we toen al : hier blijven wij niet voor een avondmaal.  Gelukkig aan eetgelegenheden in de buurt geen gebrek.

 

In Lochearnhead, even verderop, vonden Highlandgames plaats. Dat wilden we graag even meemaken.  Maar toen we arriveerden waren de games jammer genoeg bijna over.  In een biertent stond een hoop drinkebroers, maar in de centrale piste vond nog een laatste proef plaats : gewicht werpen.  Over de rug moeten de deelnemers een groot gewicht gooien en dat over een lat die steeds hoger wordt gelegd.  Een echte afvallingsrace, vergelijkbaar met hoogspringen.  Uiteindelijk bleven 2 kandidaten over.  Telkens een stoere bink de dunne dwarslat in stukken gooide, riep de commentator : “Oh no, not again, we have already enough firewood”.  De winnaar gooide finaal over 16,4 feet , een enorme inspanning. 

Highland Games    

 

 

Dankzij een onbedachtzaam jurylid werd hier het mysterie over de kilt opgelost.  Wie vraagt zich niet af of een Schot hieronder al dan niet een kledingsstuk draagt.  De verbeelding van Martine sloeg op hol voor het onthullen van het grote geheim.  Welke veronderstellingen allemaal werden gemaakt laat ik hier veiligheidshalve in het midden.  Hopelijk spreekt de foto voor zich (wat een geluk dat we de telelens hadden meegenomen).

 

 

 

 

 

Onderweg vonden we een leuk restaurantje, ze schonken er Lomond Blond, een lokaal biologisch bier.  De soep was stevig : aardappelen en prei, de steakpie was ruim voldoende zodat we spijt hadden dat onze hond was thuisgebleven.  Toen we terug naar het hotel reden zagen we een wegwijzer naar Rob Roy’s Grave en onze interesse was meteen gewekt.  In het lieftallige dorpje Balquhidder ligt het graf van Rob Roy Mc Gregor, een legendarische stroper en strijder die in een clangevecht werd gedood.  Dit is pas pure Schotse vaderlandse geschiedenis.

 

Kerkje Balquhidder

Graf van Rob Roy

 

 

 

In het hotel toch nog even in de bar gezeten en aan de praat geraakt met Italiaanse gasten, verder nog wat gelezen en geschreven bij de whisky van de week : een Bowmore 12y, 2 pond voor 3,5 cl.  Daar kunt ge niet voor sukkelen.

 

 

 

DAG 10

MAIN

DAG 12