DAG 11 |
Dag
11 : het mysterie ontrafelt !
Ook hier hadden wij ten afscheid wat Belgische pralines voorzien. De geste werd ten zeerste gewaardeerd.
Een laatste stevig ontbijt aan de voet van de Ben Nevis en wij op weg naar de Trossachs.
Eerst gingen we nog een kijkje nemen aan Neptune’s
Staircase. Over een afstand
van
|
|
Neptune's staircase |
We volgden de oevers van Loch Linnhe en reden door naar Glen Coe.
Clubreizigers kennen inmiddels deze route.
Beschouw ze als een verplicht nummer, door iedere toerist minstens éénmaal te volgen.
Heel wat herinneringen aan die fenomenale clubreis 2008 kwamen terug.
Alleen de pipersmuziek
bleef achterwege, of toch niet helemaal.
Ter hoogte van “The Three Sisters” stond een Schot zijn zak
vol te blazen.
|
||
Parking Glen Coe |
Glen Coe |
We hadden al langer een wandeling naar “The lost valley” voorzien. Eerst volgden we een kort stukje van de West Highlandway en dan liep er een smal pad tussen 2 toppen en volgde al klimmend – hoe kan het hier ook anders – de loop van een bergbeek, een bijbeek van de Coe-rivier. Na een uur stappen, bereikten we ons einddoel : een ingesloten vallei vergelijkbaar met een natuurlijk Romeins amfitheater, opnieuw een onverwacht stukje ongerept Schotland. De vallei werd vroeger door de Mac Donalds gebruikt om hun gestolen vee te verbergen in de hoop dat het niet ontdekt zou worden. Vandaar de naam “The lost valley”. |
|
Orchideeën |
Op weg naar de Lost Valley |
The Lost Valley |
Langs de Rannoch Moors vervolgden we onze weg naar de Trossachs.
Voor de lunch hielden we
halt aan het gelijknamige hotel van Bridge of Orchy.
Dit minuscule dorpje ligt pal op de grote wandelroute, wat
trouwens ook op mijn verlanglijstje staat.
Alleen nog een aantal trekkertjes vinden om letterlijk mee in het
avontuur te stappen.
|
|
The Rannoch Moors |
Ze bleken inderdaad de West Highlandway te stappen. Hun conclusie : mooi maar vermoeiend, zeker als je ook je eigen tent meesleurt. Eén van de kerels zag er echt koortsig uit, hij rilde en liep maar heen en weer. Het moederinstinct van Martine kwam boven en onze reisapotheek werd aangesproken. Hopelijk hebben ze het einddoel gehaald.
Het was behoorlijk druk
op weg naar Crianlarich, maar eens in de Glen Drochart werd het
rustiger. We reden tot
Killin waar de Falls of the Drochart een toeristische trekpleister
vormen. De watermolen was in
werking maar wij zochten onze toevlucht tot een gezellige pub waar het
haardvuur brandde. Het was
buiten immers maar
|
The Falls of Drochart |
Killin |
|
Highland Games |
Dankzij een onbedachtzaam jurylid werd hier het mysterie over de kilt opgelost. Wie vraagt zich niet af of een Schot hieronder al dan niet een kledingsstuk draagt. De verbeelding van Martine sloeg op hol voor het onthullen van het grote geheim. Welke veronderstellingen allemaal werden gemaakt laat ik hier veiligheidshalve in het midden. Hopelijk spreekt de foto voor zich (wat een geluk dat we de telelens hadden meegenomen). |
Onderweg vonden we een leuk restaurantje, ze schonken er Lomond Blond, een lokaal biologisch bier. De soep was stevig : aardappelen en prei, de steakpie was ruim voldoende zodat we spijt hadden dat onze hond was thuisgebleven. Toen we terug naar het hotel reden zagen we een wegwijzer naar Rob Roy’s Grave en onze interesse was meteen gewekt. In het lieftallige dorpje Balquhidder ligt het graf van Rob Roy Mc Gregor, een legendarische stroper en strijder die in een clangevecht werd gedood. Dit is pas pure Schotse vaderlandse geschiedenis. |
Kerkje Balquhidder |
Graf van Rob Roy |
In het hotel toch
nog even in de bar gezeten en aan de praat geraakt met Italiaanse
gasten, verder nog wat gelezen en geschreven bij de whisky van de week :
een Bowmore 12y,
|