TERUG

 

Gezien Aoife recent nog eens langs Belgenland gepasseerd is, hadden we alles aan de stand van Cooley distilleerderij al geproefd. Dan maar de flessen onder de stand. Wel even wat commotie toen bleek dat we een staal van ons eigenste vat Connemara vergeten waren. Het maakt ons eerder menselijk dan goddelijk.

 

 

 

Ondertussen hadden sommigen de bourbon ontdekt. Evan Williams Single Barrel Vintage 1994 heette het beestje. Niet zo plakkerig zoet en overweldigend als je van een bourbon mag verwachten. Er werd goedkeurend geknikt en met in het achterhoofd dat we het gros van onze leden tot nu toe nog niet hebben kunnen bekeren, was er zelfs even sprake van het oprichten ener bourbonclubje, dat 105° PROOF zou gaan heten. “We moeten wel minstens 7 euro vragen voor een tasting, ah ja, je moet ook een hapje geven op het einde hé!”.

Opeens een lichtflits, een idee! Hoe zou de bourbon zich verhouden tot een oude graanwhisky? Een tactisch manoeuvre richting Duncan Taylor bezorgde ons een glas Cameronbridge, 29 jaar oude graanwhisky. Beide hadden de typische zoetigheid, maar de “grain” was duidelijk minder viscose. Maar dan, maar dan … de Cameronbridge kreeg nog extra diepgang in de afdronk! Fantastische evolutie naar fruit en zachte vanille!

S C H I T T E R E N D ! En de bourbonclub was terug naar af.

 

 

 

 

 

 

 

We passeerden de bar en dronken niets. Kwestie van karakter! Aan de andere kant kwamen we uit bij de stand van LVMH. Ardbeg en Glenmorangie is dat vertaalt in whiskyjargon. De Glenmorangie Signet trok direct de aandacht. De symbolen op de fles riepen herinneringen op, die ik niet direct kon plaatsen. Vorig leven misschien? De whisky was lekkerder en vooral voller van smaak dan wat er tot nu toe uit de andere designflessen gevloeid is. Buiten de Astar dan.

 

Zoals steeds weer een blij weerzien met Eric Vermeire, achter de stand van Premium Spirits. Een groot aanbod van Benriach verantwoordde de vraag hoe het nu zit met Glendronach. Deze zijn opgekocht door de eigenaars van Benriach, maar worden door iemand anders verdeeld in België. De visie van Bacardi Martini Belgium, eigenaar van o.a. Aberfeldy, wordt tegen het licht gehouden en de drukte aan de stand neemt toe. Wij schuiven op.

 

Nieuwe Glendronach's op komst.

 

 

Naast Eric vinden we Filliers. Invoerder van Glenfarclas en Glengoyne. Hier krijgen we een interessante vergelijking tussen de twee aangeboden malts aan de hand van bottelingen met dezelfde leeftijd. Aangename mens achter de stand, die zijn producten kent. We kijken nog meer uit naar de komende Glengoynetasting in de Single Malt Whisky Shop te Zammel. We bieden ons medeleven aan bij het recente verlies van de meester-distillateur van Filliers en krijgen uitgebreid inzicht in het werk dat zijn team geleverd heeft bij de Goldlys. Dit team zal ook het werk verder zetten.

 

 

Aan de stand van Diageo wachtte een verrassing. Port Ellen 8th Release! Verleden jaar beweerde men aan de Diageostand nog dat de 7th de allerlaatste release was. Niet genoeg vaten in voorraad om nog verdere releases te lanceren, heette het dan. Nu hebben ze dus vaten op de markt terug gekocht en is er zelfs sprake van een 9th en 10th release! Beetje verbouwereerd de 8th geproefd en de zo typerende havengeuren van Port Ellen zijn compleet aan mij voorbij gegaan. Hetzelfde verhaal met de nieuwe release van die andere distilleerderij die Diageo in 1983 gesloten heeft: Brora. Ditmaal geen 30 jarige, maar wel een 25 jaar oude botteling.
We zijn het er allen over eens: we hebben  w e l  al Brora's geproefd die de moeite lonen.

Dan maar een babbeltje geslagen. Een van de standhouders van verleden jaar heeft blijkbaar Diageo verlaten en zit nu bij Whisky Import BeLux, de nieuwe invoerders van o.a. Berry Bros & Rudd. Goed nieuws is ook dat Diageo zijn mensen nu een degelijke opleiding geeft. Uitspraken als “de kwaliteit van de whisky kan je bepalen aan de hoeveelheid hoofdpijn hij je geeft als je hem drinkt op een zonnig terras”, behoren hopelijk tot het verleden.

 

 

Omdat de standhouder sympathiek overkwam, een Johnie Walker Blue Label besteld. 
Deze luxe blend bevat Single Malts van ver boven de 30 jaar oud en werd volgens het verhaal ontworpen op vraag van iemand met een tulband.


Ik werd, zoals het beschreven staat, met een glas naar de bar gestuurd om een ijsblokje te halen. Vervolgens kreeg ik een “bel” Blue Label. Eerst wat ijswater in de mond, slikken, en dan een slokje Blue laten opwarmen in de mond. Ongelooflijk zacht, dat wel.
Grote hilariteit ook onder de voorbijgangers. Mijn reputatie met die opzichtige blend in de handen is weer terug naar af. Ik zal het wel overleven en ben toch blij dat ik het gedaan heb!

 

 

Nog wat gekeuveld met Bert Bruyneel over hoe hoge oude bomen veel wind vangen, om daarna, door de security vriendelijk gevraagd, het pand te verlaten.

Blijkbaar was het festival al gesloten.

Gelukkig had een van onze leden nog de tegenwoordigheid van geest om ondertussen al onze resterende drankbonnetjes in te ruilen tegen de “White Bowmore”. 2 glazen kreeg hij ervoor en vriendelijk zoals hij is, mochten we meeproeven!

Zo ’n soort club zijn we!

En nu naar huis!

 

 

 

 

VORIGE PAGINA