Je raakt maar niet uitgekeken op Islay. Het is niet eens zo’n groot eiland, maar achter elk hoekje of kantje zit weer wat nieuws verborgen om te ontdekken. Wanneer je al meermaals het eiland hebt bezocht, dan ga je op zoek naar andere onaangekondigde hoogtepunten die dit eiland te bieden heeft. Een opgevangen woord,ergens iets gelezen of gewoon op goed geluk zijn al dikwijls goede “triggers” geweest voor zulke fantastische ervaringen. |
Uigedail was ook zo’n woord. Waarom kwam er een Ardbeg botteling op de markt met de naam “Uigeadail”? Na wat onderzoek en leeswerk is vlug achterhaald dat dit de benaming is van het Loch waar Ardbeg zijn water haalt. Ergens in de heuvels aan de andere kant van de weg, tegenover de distilleerderij. Een minder toegankelijk gebied, voor zij die geen vier poten hebben. Maar we hadden nu een nieuw doel: een van de eerste dingen op ons “to do…” lijstje |
Tijdens ons daaropvolgend
bezoek aan Islay dus, parkeerden we onze wagen op de parking van de
schijnbaar nog levensloze Ardbeg distilleerderij. Op de houten bank
voor de distilleerderij echter, zaten Stuart, Jackie en nog twee
mensen ons vreemd aan te kijken terwijl we onze stapschoenen aandeden,
onze rugzak omhingen en met onze Islay stafkaart vertrokken voor een
wandeltochtje. Ochtendstond heeft goud in de mond, zo dachten we,
dus we zouden zeker op de
|
De weersomstandigheden waren zo prachtig als maar mogelijk was voor een dag in maart. Vanaf de distilleerderij is het alsmaar bergop naar Loch Uigeadail. We stonden al vlug voor een dilemma: gaan we het grote beestenbord op de ijzeren poort negeren, of gaan we een ommetje maken en op die manier proberen het wandelpad te bereiken. Tot we de desbetreffende stier zagen, waren we nog aan het overwegen om de weide effectief te betreden. Het bewuste dier was een kolos. Schofthoogte zeker 1,70m en bijna 2,5m lang. Jawadde Dadde! |
Eenmaal op het goede pad naar Loch Uigeadail, bracht elke stap je hoger boven de zeespiegel. |
We begonnen ook meer en meer om te kijken. Niet op onze hoede voor the big bad bull, maar wel om te genieten van het fenomenale uitzicht dat je op deze hoogtes had. |
Voorlopig waren onze enige metgezellen schapen, verspreid in kleine kuddes. Onze gedetailleerde stafkaart leerde ons, dat we een gebied naderden dat Airigh Nam Beist noemde. Volgens diezelfde kaart zou hier één of andere constructie moeten staan. Inderdaad, achter een van de volgende heuveltoppen zagen we iets, dat op het eerste zicht leek op een soort tempel. Lekker spannend, maar eens dichterbij was het de ruwe vorm van een reeds jaren geleden verlaten huis. Enkel de rotsblokken waaruit het gebouwd was stonden er nog, en zo zonder ramen of dak leek het van ver of er zuilen stonden. Gerust waren we er toch niet in.Des te meer we op een gehoornde schedel stuitten van een soort beest. Was dit het beest waar naar deze streek is genoemd: Airigh Nam Beist? Toch maar een foto nemen! |
Loch Iarnan |
De klim ging verder. Her en der zag je kuddes herten en schapen samen met ons de zompige turfgrond trotseren. We bereikten een Loch in deze heuvels, waarvan we hoopten dat het Loch Uigeadail was. Aan de rand van het Loch was een betonnen afdamming, met overloop naar beneden… naar de Ardbeg distilleerderij?. Maar na intensief de stafkaart bestudeerd te hebben, werd het duidelijk dat dit niet Loch Uigeadail was maar wel Loch Iarnan. Eveneens onderdeel van de Ardbeg watervoorziening, maar niet ons doel. Dus verder |
Opeens stonden we midden de ruïnes van Solam. Achter tegen een heuveltop aangebouwd voor beschutting maar voor de rest heel desolaat. “Wat drijft de mensen om hier te komen wonen? Wat is hier gebeurd?” Navraag bij Rhona, onze Landlady van de B&B in Port Ellen, leerde ons dat er vroeger in dit dorp een zeeman thuisgekomen was, die besmet was met de pest, en dat dit er de oorzaak van was dat het hele dorp werd uitgeroeid door deze besmettelijke ziekte. Een verhaal dat deze plek nog boeiender maakte. Misschien een verhaal dat roept om nog een nieuwe Ardbeg expressie:
|
Het was behoorlijk druk in het dorp. Nog 3 Engelse wandelaars kwamen in Solam aan. Groeten werden uitgewisseld, vragen werden beantwoord. We wilden natuurlijk weten of het nog ver was naar Loch Uigeadail. Dit ontlokte aan één van hen de volgende uitspraak: “Yep, they send them in like boys and they’ll come back as men!” “So, you think we’re gonna get back then?” Hilariteit alom. En wij verder. |
Na nog enkele stijgingen zijn
we van het pad, of wat daar voor moest doorgaan, afgeweken. Volgens de
kaart waren we ter hoogte van Loch Uigeadail. Na een heuvel te hebben “opgerend”,
zagen we beneden ons Loch Uigeadail schitteren in de zon.
|