Dinsdag 280206

 

De nacht was rustig, het hotel iets minder. De wind bulderde de ganse nacht van over zee. Het kan hier in de winter volgens mijn bescheiden mening behoorlijk tempeesten.

Na de ochtendprocedure schuiven we één voor één aan voor het ontbijt. Het uitzicht over haven en baai is adembenemend onder de ochtendzon. Na het ontbijt vertrekken we richting Bunnahabhain, de meest afgelegen distilleerderij van het eiland.

Na een tussenstop in Bowmore volgen we de smalle weg naar het noorden. Links en rechts van ons zitten vele kolganzen, brandganzen, scholeksters, meeuwen. Vanuit het niets worden we plots overweldigd door een sneeuwbui. Gelukkig trekt ze gauw weg en even later zien we aan de overkant van de zee-engte Jura liggen; De “Paps” zeg maar de memmen, liggen er stralend bij. Met dit plaatje als achtergrond hebben de Vaes brothers alweer een fijne verrassing klaar onder de vorm van een fles Jura 1984. Deze verwijst naar de roman van George Orwell die op Jura geschreven is. De fotoshoot die hier op volgt wordt toch maar beëindigd want beneden wacht Bunnahabhain.

Deze prachtig gelegen distilleerderij is inderdaad afgelegen, met enige fantasie zie je zo het illegale spul dat verhandeld wordt en bij nacht en ontij verscheept in kleine gammele bootjes.

Genoeg gedroomd echter want Lynn gaat ons rondleiden. Hier vinden we de grootste mash ton van het eiland. Ook de stills zijn groter. Allerlei vreemde geuren passeren onze neusgaten en ook in het warehouse moeten we ons beperken tot even ruiken aan een vat.

Na onze dram in het kleine winkeltje waar Gunter een huwelijksaanzoek te verwerken krijgt, klimmen we weer naar de smalle kustweg. We nemen wat voorsprong op het groene busje en proberen de oude truc van het zich verstoppen en de anderen laten voorbijrijden. Het lukt wonderwel en we hebben pret als een stel schoolkinderen in ons blauwe busje.

Killchoman, een boerderijdistilleerderij is onze volgende halte. De mens heeft echter tegenslag gehad want de kiln is onlangs uitgebrand. De manager geeft ons uitvoerig uitleg. De tegenstelling met de grote fabrieken is frappant. Na de rondleiding nemen we een lichte lunch en door wisselvallig weer ( zon, sneeuw, zon, hagel, zon) bollen we verder voor een ontmoeting met Jim Mc Ewan van Bruichladdich, één van de monumenten van de whiskyscène.

Van deze man leren we op korte tijd het één en ander. De betrokkenheid en gedrevenheid van deze innemende man druipt er af. Met de nodige humor en pathos brengt hij zijn verhaal. In het warehouse, zijn private speeltuin, krijgen we een tasting om u tegen te zeggen. Jim leert ons de geheimen van het echte tasten en nosen. Voorwaar een geslaagde rondleiding die het cliché en displayachtige van sommige tours ver overstijgt. Hij krijgt van het bestuur enkele flessen Belgisch bier en is daar oprecht blij mee. In de shop doen we dan ook extra ons best.

Bij het vallen van de avond dalen we af naar het zuidpunt van het eiland. In een klein haventje met een nog kleinere pub waar het haardvuur oergezellig brandt, wel nodig met het gure weer, doen we ons tegoed aan een stevige pint plaatselijk gerstenat. Onze achtbare voortrekkers ontdekken enkele schatten van whisky’s die dan ook uitgebreid gefotografeerd worden. Veel te vlug moeten we richting Port Ellen.

Door een ware sneeuwstorm rijden we voorzichtig naar het hotel waar de kok ons een beetje lastig staat op te wachten met het avondmaal. Dat valt weer ontzettend mee.

Na het eten worden nog een paar heerlijkheden geproefd. Op een moment zitten we zelfs met zes lelijke venten in het groene busje te genieten van een Ardbeg 17 y/o. Een moment om in te kaderen. En zeggen dat de club uit Mol hun dagen moeten doorbrengen in het gezelschap van Tania Dexters! In de aanhorige pub sluiten we achter een groot glas deze welgevulde dag af.

 

J'O

 

TERUG