TERUG

 

 

DINSDAG 01 OKTOBER 2013

Een gemakkelijke Tasting

Verslag: Gunter (Lidnr.01)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Gemakkelijke tasting.

Het bijhorende boekje vertelt alles ... of toch bijna alles.

Een tijdje geleden werd er mij verteld dat het rommelde bij Douglas Laing. De 2 zonen van de oprichter, Fred en Stuart, zouden al ver in de fase zijn van het opsplitsen van de firma. Beiden ver in de 70 konden blijkbaar niet direct een gemeenschappelijke visie vinden over het te volgen pad naar de toekomst. In de recentste “Whisky Passion” werd er dan vermeld dat de splitsing een feit is. Fred en z’n dochter Cara noemen hun nieuwe firma “Douglas Laing”. Stewart en z’n zonen Scott en Andrew noemen hun nieuwe firma “Hunter Laing & Co”. Zij nemen onder andere de merken “Old Malt Cask”, “Old & Rare”, “Sovereign” en “Langside” mee. Fred houdt “Provenance”, “Big Peat” en “Director’s Cut”. Jan Beckers, de uit België afkomstige brand ambassador, verhuist, of blijft (naargelang hoe je het bekijkt) bij Douglas Laing. Gezien hij de laatste jaren samen met Fred de te bottelen vaten selecteerde, is dit een logische overstap.

 

 

 

 

 

Het is ook diezelfde Jan Beckers die vanavond bij Single Malt Whisky Shop te Zammel voor een “full house” de nieuwe range “Old Particular” van Douglas Laing komt voorstellen. Het lijkt wel of deze de verloren “Old Malt Cask” moet vervangen. Met een Port Ellen in de line up, heb je natuurlijk ook direct ieders aandacht ... .

 

 

 

 

 

Met een Port Ellen in de line up, heb je natuurlijk ook direct ieders aandacht ... 

 

 

 

 

 

AUCHENTOSHAN 15Y  48.4%

Een van de 336 flessen, afgevuld uit een refill hogshead REF-DL9971. De single cask was gedisdilleerd in oktober 1997 en gebotteld in augustus 2013.

REF-DL9971 is een interne code bij Douglas Laing en maakt het dus onmogelijk om de feitelijke herkomst van het vat te achterhalen. Weer voer voor de discussie over het belang dan wel onbelang van vatnummers!

Hogshead: oude maat van wijnvaten. Fervente lezers herinneren zich de benaming “okshoofd” nog uit piraten- en andere zeilschepenromans, gebruikt om een vat wijn aan te duiden. De maat van een okshoofd, zo’n 220 liter, werd sinds begin 15de eeuw gebruikt om de inhoud van een scheepsruim aan te duiden. Niet enkel wijn, maar onder andere ook tabak en gepekeld vlees werd in okshoofden getransporteerd.

In de hedendaagse whiskyindustrie zijn hogsheads hermaakte vaten van zo’n 250 liter. Staven van bourbon barrels of sherry butts worden hiervoor gebruikt. Vooral de refill hogsheads zijn interessant omdat de invloed van de vorige “bewoner” minder invloed heeft en het distilleerderijkarakter beter tot z’n recht komt.

48.8% alcohol is niet de vatsterkte. Het percentage is blijkbaar gekozen omdat het lekker bekt?!? De tastingnotes zijn dus meegeleverd. De neus: opent zoet gekruid – ontwikkeld tot aantrekkelijke toffee & vanille + gekarameliseerde banaan. Het palate: nog steeds zoet, een “warme butterscotch gemengd door vanillevla” karakter. De finish: medium lang – herhaling van neus en palate + verwarmende kruiden & meer vanille zoetigheid

Zelf voegen we nog aan toe: alcohol is goed voelbaar op de tong. De vanille en gekarameliseerde banaan is er “boenk op”. Het typische grassige vinden we ook hier terug. Afdronk beetje bitter en in combinatie met het trippel distilleren maakt dit hem dun, geen “olie”.

 

 

 

 

 

CAPERDONICH 18Y  48.4%

Een van de 312 flessen, afgevuld uit een refill hogshead REF-DL9963. Deze single cask was gedistilleerd in juni 1995 en gebotteld in augustus 2013.

De distilleerderij in Rothes is nu volledig afgebroken door de nieuwe eigenaar van de terreinen, Forsyths. De stills bevinden zich echter in België, bij de Belgian Owl. Of de daar in de toekomst geproduceerde malt enige overeenkomst zal hebben met de Caperdonich is niet waarschijnlijk. Afwachten maar ... . De neus van deze: zuiver en vers – zoet besprenkeld met fijngestampte suiker en karakter van lemoenzeste. Het palate: Zoet gekruid – romig en een vers thuisgebakken kwaliteit, die daarna overloopt naar een kruidige stijl. Finish is medium lang – nog steeds zoet en meer fruit op de voorgrond, een interessante appelsien “tang” dragend.

Hij heeft wel tijd nodig om zuiver te worden. Daarna wordt hij inderdaad romig. “Muisjes, de snoepjes” zei iemand. Ik zei kruidig, plantaardig. De “tang” bestond ook uit alcohol en iets bitter.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

GLEN KEITH 20Y  51.5%

274 flessen uit een refill hogshead REF-DL9953. Gedistilleerd in july 1993 en in 2013 gebotteld. Het lijkt of Glen Keith sinds de heropening dit jaar “hot” is. Heel wat onafhankelijke bottelaars brengen hem op de markt en over het algemeen zijn ze zeker niet slecht. Deze is volgens velen hier aanwezig ook een heel lekkere. De neus: een mand vol herfstfruit en houten kistjes – zuiver, lichtjes gerookt en moutig. Palate: kruidig en “gegerst” met peper. Meer eik, zoete vanille en kamfer. De finish is verwarmend kruidig met zoete mout. Honingbollen en later verse munt. Ook nog droog stro in de neus. Het zit er allemaal in, als je hem tijd geeft om zich te ontplooien. De rook situeert zich vooral tegen het gehemelte en volgens Ann Miller, de brand ambassador van Chivas Brothers, zou die rokerigheid van het charren van het vat komen. Chivas Brothers is de eigenaar van Glen Keith distilleerderij en Chivas is dan weer eigendom van Pernod Ricard. Strathisla distilleerderij, home of Chivas, ligt trouwens naast Glen Keith in Keith, Speyside.

 

 

 

 

 

 

GLEN SCOTIA 21Y  51.5%

240 uit een refill barrel REF-DL9903. Gedistilleerd in mei 1992 en gebotteld in augustus 2013. Opent zoet (thuisgebakken shortbread) en ontwikkelt dan naar een attractieve maritieme kwaliteit (gelijk ze zeggen). Palate, in de mond dus: een subtiele combinatie van een zoet, ziltig en rokerig karakter en een interessant zachte “teer” stijl. De finish is lang – een warmende kruidige kwaliteit dragende, plus een nadrentelende gerookt vlees-stijl. Euh, daar is alles mee gezegd zeker? 

Ne vuile Glen Scotia waar de haven nooit ver weg is. Wandelen door Campbeltown als het ware.

 

 

 

 

 

GLENCADAM 35Y  51.5%

132 flesjes maar uit dit refill HH REF-DL9952. Uit juni 1978 en op fles in augustus 2013. De neus is suikerzoet met een schijfje citruszeste, een hoop druiven en lekkere stroop. Het palate is nogal muntig en verfrissend in stijl. Espresso, gemalen suiker en rijke kruiden. De finish dan. Hint van drop, richting cappuccino gaand met zachte nootmuskaat en gerstsuiker. 

Ik moet mijn foto’s nog eens nakijken want volgens Jan Beckers worden de stills extern verwarmd. Het is ook al zo lang geleden dat we de distilleerderij bezocht hebben en ik kan het iedereen aanraden. 

Het dorpje Brechin is even gemakkelijk bereikbaar als Blackford met Tullibardine of  Fettercairn met ... Fettercairn.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

BOWMORE 25Y  50.2%

234 uit een refill hogshead REF-DL9906. Gerijpt van december 1987 tot augustus 2013. Draagt een zoete gerst en romig karakter voor een uitgesproken dropkwaliteit tevoorschijn komt. De smaak is zoet en heeft de legendarische Parma Violets (typisch voor oude Bowmore wordt op de tasting notes vermeld) en nakomende subtiele rook. Een lange finish met een delicaat turfkarakter, warmende kruiden en vochtige vreugdevuurasse. De rook overheerst inderdaad niet en de neus en smaak doen me aan iets oververhit denken.

 

 

 

 

 

PORT ELLEN 31Y 51.5%

286 flessen uit dit vat, waarvan een tiental voor België. Een refill hogshead met een zinloos nummer dus, namelijk REF-DL9964. Gedistilleerd in mei 1982, tegen het einde aan als het ware, daar ze in 1983 definitief gesloten werd. Gebotteld in augustus 2013. Het is een goed bewaard geheim hoeveel vaten Port Ellen van Fred Douglas Laing er nog overschieten. Hoeveel vaten het nieuwe Douglas Laing meegekregen heeft is nog een beter bewaard geheim! 

Deze Port Ellen is uitgesproken “Islay”, met zachte zomerteer, daarna zacht gerookte gerst. De smaak heeft subtiele rooksporen door ziltigheid. Lemoen (?) – suiker en roet. In de smaak hoestbonbons, natte vreugdevuurasse en rokerige vanille.  

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

En wat hebben we vandaag geleerd ... ? Dat mensen nog steeds kunnen verrast worden door een Auchentoshan met een heerlijke dosis vanille, dat Caperdonich op het etiket geen garantie is op een superlekkere whisky, in dit geval wel een relatief goede whisky, dat bottelingen van Glen Kieth in het oog moeten gehouden worden, dat Glen Scotia voor mij steeds “een interessante whisky” blijft, dat Glencadam gemaakt wordt voor blenders, dat een “oude” Bowmore met een prijskaartje komt en dat we dankzij Jan Vissers van de Single Malt Whisky Shop de buitenkans gehad hebben om nog eens een Port Ellen “old style” te kunnen proeven. Men moet niet verlegen zijn om op de tastingnotes te vermelden dat hij eerst naar vis- en mechanische olie ruikt, dat dan wegtrekt naar citrus, dat hij rokerig en vegetaal is, dat er geteerde touwen in de buurt zijn, in een haven, na een frisse regenbui. 

Het maakt de tasting misschien minder makkelijk ... .

 

 

 

TERUG