TERUG

 

VRIJDAGAVOND 20 APRIL 2012

Verslag & Foto's: Gunter (Lidnr.01)

 

 

 

 

 

Hasselt heeft een lange traditie van distilleren. De Hasseltse jenevers hebben sinds de middeleeuwen mee aan de grondslag gelegen van het ontstaan en floreren van allerlei handelswegen en handelscentra over gans Europa. Jenever is niet hetzelfde, maar heeft toch een nauwe familieband met “ons” levenswater en het loont dan ook zowiezo de moeite om je er een beetje in te verdiepen.

 

 

 

Dit kan je het beste doen in het “Hasseltse jenevermuseum”, waar een constante tentoonstelling loopt over het ontstaan, de geschiedenis en het productieproces van dit graandistillaat.

 

De oeroude installaties worden zelfs sporadisch nog gebruikt om te “stoken”. 

 

Veel van de benamingen klinken bekend in de oren: molen, beslagkuip, eest, wort en draf.

 

 

 

 

Draf is het restant van het graan nadat de vergistbare suikers eruitgehaald zijn. Je weet wel, nadat de enzymen en het warme water in de beslagkuip de zetmelen omgevormd hebben naar oplosbare suikers.

Deze “wort” wordt in een later stadium dan vergist naar alcohol. Het restant, de “draf”, wordt uit de beslagkuip gehaald en bevat nog genoeg voedingswaarde om vee mee vet te mesten. In het geval van Hasselt waren dat ossen.

Nodeloos te vertellen dat het hier om véél ossen gaat.

Hun mest bevruchtte de akkers rondom Hasselt, wat dan weer meer graan opleverde, en de volwassen ossen werden doorverkocht.

Wegen en marktplaatsen binnen de stad werden aangelegd in functie van deze veemarkten. De “randanimatie” idem dito.

 

 

 

 

 

 

 

 

Zoals zoveel distilleerderijen werd deze in Hasselt gebouwd rond een centrale koer.

De aan- en afvoer van grondstoffen, vaten, ossen en god weet wat nog allemaal vereiste een goede toegankelijkheid van de afzonderlijke gebouwen binnen de muren.

Op een van de hoeken vind je de eest (schouw). Dezelfde geperforeerde vloer die we kennen, maar de “schouw” zouden we niet direct een pagode noemen.

 

 

 

 

Eestvloer

Kiln

 

 

 

 

Het distilleeraparatus bestaat uit 2 koloms en een overhaaltoestel. Aan de wand vind je de werking schematisch voorgesteld. Daar het een museum is, vind je er nog allerlei distilleerapparatuur. De ene al meer herkenbaar dan de andere.

 

 

 

 

 

 

 

 

De grote “bubble cap” distillatiekolom trekt meteen al mijn aandacht en ik kon het niet nalaten om er een blik in te werpen. Jarenlang heb ik met soortgelijke koloms mijn dagelijkse kost verdiend. Even filosoferen toch, over de lange weg die we beiden, kolom en ik, afgelegd hebben sinds toen.

 

 

 

 

Ook wat filosoferen over de reden waarom ik hier ben vanavond. Hasselt heeft al een tijdje een band met Japan. Dat uit zich vooral in de “Japanse tuin”.

 

 

Deze ligt aan de buitenkant van de stad en is zeker een bezoek waard. De gids neemt je mee langs kunstig aangelegde paden en vertelt de filosofie achter water en rotsen. Alles heeft hier zijn reden en achterliggende betekenis.

Het summum van dit alles is het gebouw waar de theeceremonie plaats vindt, al zal de minder diepgang zoekende bezoeker vooral gecharmeerd zijn door de strakheid van het “grote huis”. Strakheid zit ingebakken in de Japanse cultuur. Ook iets dat vloeiend lijkt is onderdeel van een structuur.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Dit geldt zeker ook voor Japanse whisky.

Het verhaal begint net na WO I. Masetaka Taketsuru, telg van een sakefamilie, trekt naar Schotland om daar het distilleren van whisky te leren.

Enkele jaren later trekt hij met zijn verworven kennis en Schotse bruid terug naar Japan.

 

Samen met Shinjiro Torii bouwt hij de eerste whiskydistilleerderij Yamazaki, bij Kyoto. Masetaka gaf de voorkeur aan Hokkaido in het noorden als lokatie, daar het geografisch en klimatologisch dichter bij Schotland aanleunde. Zakenman Shinjiro koos echter voor Kyoto vanwege de verbindingswegen en centrale ligging. De eerste whisky die ze produceerden was echter “te Schots” en viel niet in de smaak. Te storend en confronterend voor toenmalig Japan. Shinjiro Torii ging alleen verder en zijn verhaal is dat van het latere Suntory. Masetaka Takatsuru bouwde uiteindelijk dan toch een distilleerderij op Hokkaido, Yoichi genaamd.

 

Beide werden succesvol en distilleerderijen werden bijgebouwd.

In het geval van Masetaka werd dat Miyagikyo.

De naam van de hoofdfirma is ondertussen wereldberoemd en Nikka kaapt heden ten dage de ene prijs na de andere weg op Internationale whiskyfestivals (net als Suntory trouwens).

 

 

 

 

 

De Japanse tuin in Hasselt viert dit jaar zijn 20 jarig bestaan en dit wordt op allerlei manieren gevierd. In het jenevermuseum gebeurde dit al door onder andere een saketasting en vanavond wordt de mogelijkheid geboden om whisky’s van Nikka te proeven.

 

 

 

 

 

 

 

2 Pure Malts van Nikka worden gepresenteerd. Door de masterblender samengestelde whisky’s met single malts van Yoichi en Miyagikyo. Japanse firma’s “ruilen” niet onderling zoals andere “Schotse” firma’s. Hun cultuur laat dat niet direct toe en dus zijn ze aangewezen op hun eigen productie om hun eigen blends en pure malts te creëren. Variatie komt vooral van verschillende vormen van stills, peating levels en gebruikte vaten voor rijping. Ook wordt er Schotse whisky, zelfs distilleerderijen, aangekocht. Nikka heeft bijvoorbeeld reeds lang Ben Nevis Distillery in Fort William gekocht. Niet onbelangrijk om te weten allemaal als je de kunstwerkjes van de Japanse masterblenders ten volle wil appreciëren en begrijpen.

 

 

De heldere zuiverheid van Miyagikyo is hier prachtig in balans met het kustkarakter en rokerige van Yoichi. Bij Red hebben ze het accent gelegd op Miyagikyo, fruitig en zacht, bij White ligt het accent op turf en zilt van Yoichi. Veel gemoute gerst wordt naar specificaties aangekocht bij Schotse mouterijen. Japan heeft zelf ook wel turf, maar economisch is het blijkbaar rendabeler om reeds gemoute en geturfde gerst over te schepen.  

 

 

 

 

 

De Miyagikyo Single Malt staat als een huis. De 43% maakt hem krachtig genoeg zodat je elk facet van de smaak duidelijk waarneemt. Fruitig, fris en zuiver. Geen enkele off note. Perzik, abrikoos en litchi. Ook in de 10 jarige versie heel prominent aanwezig. De distilleerderij ligt tegen Sendai, het gebied dat door de Tsunami getroffen is. Ze ligt echter hoog op de heuvels en heeft geen schade geleden. Wat het verhaal rond Fukushima met Miyagikyo op termijn zal doen, valt nog af te wachten.

 

 

 

 

 

 

Bij de Yoichi 10Y valt weer de zuiverheid op. Let wel, zoete peat rook is prominent aanwezig, maar nergens is een storend karakter. Yoichi is waarschijnlijk een van de laatste kolengestookte distilleerderij ter wereld. Moeilijker te controleren hitte en het “aanbakken” van bezinksel in de stills kan tot smaak en aromaverschillen leiden. 

 

Wat ook opvalt is dat deze “Japanners” al een prachtige volle body hebben op 10 jaar rijping. Een “andere” Japanner, de Yamazaki van Suntory, komt pas volledig tot zijn recht na minimum 12 jaar rijping.

 

 

 

 

 

 

 

Zo hebben we voor de niet-deelnemer aan de viering toch de structuur achter “Hasselt/Japan/Nikka” naar de voorgrond gebracht en op deze manier “zen” ik er gelukkig mee!

 

 

 

 

 

 

 

 

TERUG