TERUG

 

Wee Dram Masters XVII
02 Juni 2009, Kerkhove

 

Woord & Beeld: Gunter (Lidnr.01)

 

“Gaat er iemand mee?”

Zo begon het. Er was een uitnodiging toegekomen voor de Wee Dram Masters XVII van de Wee Dram Whisky Society. Deze gerenommeerde club situeert zich in Vlaanderen, toch zo ’n dik uurtje karren van bij “ons”. Vandaar de vraag van Jan Vissers of er iemand meeging waarschijnlijk. Niet zo evident om na een avondje tasten godgansalleen nog een uurtje geconcentreerd Gent en Antwerpen te passeren om uiteindelijk heelhuids terug in de kempen te eindigen.

Plannen werden gesmeed, geld werd overgeschreven, verwachtingen werden gescherpt en en passant werden er ook nog nieuwe remschijven op het “dienstvoertuig” gemonteerd.

En dan gebeurt er dit!

De week voor de tasting wordt bij Jan een sleutelbeen gebroken!. Operatie. Titaniumplaat en 8 bouten later wordt er gewacht tot de dag voor de tasting om te beslissen of het een haalbare kaart is. Helaas, het mag niet zijn.  (Bekijk het krantenartikel hier...)

 

 

 

Dan maar alleen, ik en mijn GPS naar Kerkhove! File in Deerlijk en wegenwerken als versterkingen opgeworpen tegen een mogelijke invasie die niet komt. Op die manier wel alle mooie dorpjes in de streek rond Anzegem gezien. Blij dat ik zo “intelesjent” was om op internet een straatnaam te zoeken, die hoorde bij het etablissement “’t Eenvoudig bestaan”, alwaar het gebeuren ging plaatsvinden. Anders was ik op tijd geweest!
Nu dus te vroeg. Geen probleem. Maria, die van langs de Vlaamse wegen, wat gezelschap gehouden en een stapje in de Vlaamse natuur gezet vanwege sanitaire redenen. De ketting werd van het hek gehaald, de parking werd opengesteld en ik kon plaatsnemen binnen de afspanning.

 

 

Rond het gemelde beginuur was er nog maar een matige opkomst en die matige opkomst had zich al in een of ander streekbier gegooid.

 

De kaas- en salamischotel passeerde mijn blikveld en er werd een sigaretje gerookt. Gelukkig had de waard nog een setje reserveglazen ter beschikking, want ik was vergeten dat alle betere whiskyclubs verwachten dat iedereen zijn glazen zelf meebrengt. M.a.w. bij ons is dat ook!

 

Rond 20u30 arriveerde Bert Bruyneel dan met de whisky’s. Nog vlug een fles plat water en een stokbrood op tafel en de eerste kon ingeschonken worden.

 

 

 

 

 

 

 

 

SPRINGBANK 21Y 46% O.B.

Laat jaren ’90 tot +/- 2000.

Welkom oude vriend! Dat is al een tijdje geleden! Iets meer gebrande mout in de neus dan ik me herinner , maar lekker “smerig”. Gaspeldoorn! Het nieuwe kokos. Fris, beetje bitter. Aangenaam zacht mondgevoel, met de kokos lijkt het wel een marshmallow, maar toch niet plakkerig. Schil van exotisch fruit. Beetje gebrande amandelen. Zeer lange afdronk van purperen besjesconfituur. Versuikerd fruit, abrikoos/sinas. Vanillepuddingtaart met kokosschilfers. Tot de volgende keer, oude vriend! Ondertussen zal ik het moeten doen met de nieuwe 18 jarige expressie.


Tussendoor werd er nog druk gehandeld in inkomkaarten voor het nakende “Wild West Whiskyfest” in Kortrijk, georganiseerd door “Van Compernolle Whisky Club” en waarvan vele leden aanwezig waren. (Volgens mij het bestuur van de Wee Dram Whisky Society, soit.) Ik heb mijn steentje bijgedragen door te vertellen aan potentiële klanten dat het een uniek festival gaat worden en misschien zelfs maar éénmalig! Dus koop nu, nu je nog kan!!!

(Inmiddels weten we dat het festival een groot succes was en meer dan waarschijnlijk zal herhaald worden!)

 

 

 

 

GLENFARCLAS 21Y 51.5% O.B. Pinerolo Torino

Eentje uit 1959!!! Gebotteld in 1980! “Zure” sherry! Aha, een nieuwe benaming!! Chocolade in de neus. Het smaakprofiel is het best te vergelijken met het inschenken van een glas.

Eerst gaat hij door de lucht. Fris tropisch fruit en vijgen. Dan valt hij op de ronde bodem en vormt een poel van zachte mokka en allerlei soorten chocolade. Vijgen en vanillecustard.

Prachtig! 51.5%, maar highly drinkable! Er komt nog citrus: overrijpe appelsien, zelfs al aan ’t gisten. Lange, lange, lange afdronk. Schitterende Officiële Botteling. Fan van Glenfarclas?

Ik begrijp het!!  

LONGMORN 36Y 56.1% The Single Malts of Scotland

Gedistilleerd in 1970, gerijpt op een sherryvat en gebotteld in 2006. Eentje van Sukhinder Singh. Verse cassisbesjes en frisse sherry, geen donkere tonen. Geen off notes. Neigt naar mon cheri, naar iets zuiver. En dat is de neus! De smaak is iets totaal anders! Een explosie (alcohol), die wegvloeit in exotisch fruit. Zelfs naar gekonfijt fruit, maar alcohol blijft prominent aanwezig. Eventjes wat van een fris lekker ruikende lucifer. De neus blijft goed en wordt zelfs beter! Krenten en opgelegde rozijnen. Zurig. Bittere tannine speelt rond in de mond en droogt vooraan de zijkanten van de tong wat uit. Ik weet dat deze uit Speyside komt en heb de distilleerderij al zien liggen vanuit Benriach.

 

 

 

CAPERDONICH 39Y 56% Duncan Taylor

Dit was toch de bedoeling. Bert geeft ruiterlijk toe dat hij thuis de verkeerde fles meegegritst heeft. Dit is ook een Duncan Taylor- botteling, maar eentje van 38 jaar i.v. 39. De geplande was gedistilleerd in 1968 en gebotteld in 2008. Deze is ook gedistilleerd in 1968, maar dus gebotteld in 2007 op 54.2%. No problemo! Laat ik nu net fles 97/130 van hetzelfde vat thuis in de kast staan hebben!! 
De neus bevat overrijp fruit, gaande naar grapefruit. Rode neuzen (snoep) met toch wat alcoholprikkel. Niet zoooo goed als ik me herinner? Tannine, hout in de neus. Deze wordt wel zéér aangenaam als er wat alcohol verdampt is. (Terwijl ik dit verslag schrijf, heb ik een dram van mijn fles in een whiskyglas van het voorbije “Wild West Whiskyfest” gegoten en ik ben meer dan verbaasd over mijn tastingnotes! Dit zijn precies 2 verschillende whisky’s? Waar zitten de appelsientjes die ik nu wel proef? Hier stoort de alcohol ook al niet!) 
Laten we concluderen dat de Caperdonichs van Duncan Taylor sowieso schitterend zijn en dan kan ik verder met mijn verslag!

 

LAPHROAIG 30Y 43% O.B.

Een recente botteling en verrassend laag in alcoholgehalte voor zo ’n leeftijd. Zou Robert Hicks er weer voor iets tussen zitten? Kleine broer heeft er ook zo eentje thuis, maar ja, hij had ook de 1974 volledig sherrygerijpte en gebotteld voor La Maison Du Whisky. Deze is een mengeling bourbon/sherry volgens Bert, als hij er naar gevraagd wordt. Kalk in de neus, maar er komt wel een opstoot van aroma ’s naar typische Laphroaig. Rood fruit ook. Koffie? Mokka! Bij een grotere slok subtiel fruitig. En voor de rest, alles wat een Laphroaig moet hebben! Allé, eentje van 43% toch!

 

 

 

ARDBEG 1990/2004 55% O.B. for Japan

De laatste van de goede Ardbegs, wordt er gezegd. Boven de turfaroma ’s vinden we hier al citrus en appels terug. Dat is meestal voorbehouden voor de smaak. Ook nieuw voor mij is koffie in de afdronk. A damned good Ardbeg!

 

Plichtbewust werd er telkens een staalflesje gevuld voor Jan. Met die zware verantwoordelijkheid van 56 euro aan stalen in de auto keerde ik huiswaarts. Diezelfde dorpjes zagen er ’s nachts volledig anders uit! Kan ook zijn dat het andere waren, aangezien ik pas in de buurt van Kortrijk eindelijk de autostrade bereikte. 15 minuutjes later passeerde ik zelfs de afrit die ik daarstraks genomen had! Maar eind goed al goed. 
De staaltjes zijn ondertussen tot bij Jan geraakt en ik heb eens een MASTERS meegemaakt. Als Bert op de MASTERS van september, na een kleine insteek van mij, een Bowmore uit de jaren ’60 op de gastlijst zet, heb ik beloofd dat ik terug kom … met Jan! Waar heb je anders vrienden voor?

 

TERUG