TERUG

 

 

 

Tekst & Beeld : Gunter (Lidnr.01)

 

 

Eigenlijk kon je het beschouwen als een kleine klasreunie. Op een van onze vorige uitstapjes naar Islay hadden we samen de cursus “GRIEKS VOOR BEGINNERS” uit “Zonde van de zendtijd” via youtube gevolgd. De les bestond er vooral in om de achtervoeging “-is” zoveel en zo ongepast mogelijk te gebruiken. De lachsalvo’s vanuit de Bowmore cottage waren dagelijkse kost voor de passerende wandelaars. 

Nu, zoveel jaren later, gaan we deze zomerse avond dus op pad naar een van onze “medeleerlingen” (en eigenlijk de aanstichter) van die Griekse lessen.

Samenkomst met fiets aan een lokaal terras in Westmeerbeek voor een aperitief en op weg waren we!

 Eventjes konden we al proeven van het gevoel gepensioneerd te zijn. Op een zonnige avond met enkele mannen door de straatjes fietsen is namelijk een voorname bezigheid van deze edele heren. Misschien gaan die reflecterende hesjes van onze Speysidereis nog van pas komen ... . 

Na een uurtje slingeren door de Parel der Kempen arriveerden we bij taverne “De drie tonnen” in Tongerlo. Eindstation!

 

 

We werden verwacht en onze verhoogde temperatuur werd getemperd door de onvolprezen “Fighting Cock”. Bourbon heeft voor mij al iets zomers en dat gevoel wordt vandaag meer dan bevestigd! De gastheer had de fles en glazen diepgevroren. Niet alleen leverde dat een mooie presentatie op, maar na de eerste sip was de interne hitte verdreven. Door de koude kwam de bitterheid meer opzetten en werd het zoete nog meer onderdrukt in deze schitterende 6 jaar oude bourbon. 

We konden de opwarming van de aarde even aan en zetten ons schrap om ons tegoed te doen aan wat de avond nog brengen zou. “Ik word precies al onpasselijk”, grijnsde er iemand.

 

 

 

 

Het eerste wat ons hierna werd gebracht was een Glenfarclas uit 1974.

 

 Na het bezoek en de vorstelijke ontvangst aan de distilleerderij begin dit jaar, toch stiekem weer onze favorietenlijst binnengeslopen. 

 

Wax met kruiden, Mandarine Napoleon en het bittere van gekarameliseerde suiker. Dat waren de eerste indrukken. Een mix van sherry-, het kruidige, en bourbon-, het boterachtige, rijping. De afdronk is wel snel weg. Geen probleem. 

Plaats voor de volgende!

 

 

 

 

De nieuwe Kilkerran! De distilleerderij in Campbeltown is zeker een bezoek waard. 

Ze noemt Glengyle, maar die naam was blijkbaar al in gebruik voor een lokale blend uit Speyside, of daar ergens in de buurt. Kilkerran dus! 6 jaar oud en hier in de geturfde versie. De kleur is eerder geelgroen. De eerste neus is jong en geturfd, maar evolueert direct. Turf blijft, eerst nog wat “vis”, maar dan breekt het citrusfruit pas echt goed door. Nog fruit en vanille, mout en as. Phenolen in de nasmaak. Purperen besjes om thee van te maken. 

De meningen zijn gelijkluidend: daar is iemand “goe bezig” in Campbeltown!

 

 

 

 

Ondertussen doet de gastheer iets met vuur.

 

 

 

 

 

De Miltonduff uit de Lonachreeks van Duncan Taylor is nog 40%. Ze zouden afgestapt zijn van het samenvoegen van een “underproof” vat met eentje met een hoger alcoholpercentage om zo boven de “whisky”grens van 40% te komen. Er bestaat dus twijfel in de groep of dit een single cask is of nog eentje uit verschillende vaten. De leeftijd staat vast. 37 jaar en gedistilleerd in 1971. Wat ook vast staat is het fruitige karakter. Framboos, couperdons en ananas op siroop. Ook wat mentholkauwgumpoeder, van de apart in zilverpapier verpakte versie. De smaak slentert in de richting van chocolade, melk ... kindersurprise! Als dit geen klepperis!

 

 

 

 

Red Breast 15y. 46%. Zeer intense cassis in de smaak. Vanille. In de afdronk vinden we grapefruit. Bij deze klassebak wordt er een eind weggemijmerd of de nieuwe versie fel afwijkt van deze ultratypische Ier. De zeer nabije toekomst zal hier wellicht duidelijkheid in scheppen. Juli en augustus zijn het “stille seizoen” in een whiskyjaar. Normaal gezien toch, maar je zult mij nooit horen beweren dat we normaal zijn. Vandaar dat we deze, de nieuwe 15 jarige, al kunnen meenemen naar de eerstvolgende tasting van 100°PROOF. Des te meer ook daar het idee eigenlijk van de aanwezige voorzitter komt.
Het vuur waar de gastheer mee speelde, blijkt zich te ontpoppen tot een ware BBQ. De gastvrouw meld ons dat het de allereerste keer is dat haar wederhelft zelf het heft in handen gaat nemen bij het “verbranden van het vlees”. Enkele pogingen, tips en paniekaanvallen later kunnen we vaststellen dat hij het aardig onder de knie heeft.

 

 

 

 

De wijze woorden van de voorzitter in het achterhoofd: “Iedereen zou een favoriete whisky moeten hebben én een Highland Park!”, wordt de volgende fles met respect en eerbied ontvangen.

 

Mensen die ons niet begrijpen zien dit:

Mensen die ons wel begrijpen zien dit:

En meer ga ik daarover niet zeggen!

 

 

 

 

“Dat ’t ondertussen donkeris”, maar dat kan de pret niet derven. Het is een van die legendarische zomeravonden die maar niet lijkt te eindigen en er de oorzaak van is dat er in de toekomst uitgekeken wordt naar de zomer om dit verleden te kunnen herbeleven. 

 

 

Het beeld wordt nog versterkt door de huisgemaakte, huisgemarineerde spies mét scampi en de fles Ardmore.

Een typische G&M botteling en dat wil zeggen 40%. 14 jaar oud en geturfd uit Speyside. Lang een buitenbeentje geweest, maar hey, iedereen turft nu! Was het allemaal maar met de aangename complexiteit van deze 14 jarige.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

H&M Caperdonich uit 1968! Pas nog geproefd op het WWWF in Kortrijk. Superlekkere “oude” whisky uit Speyside. 

De distilleerderijgebouwen staan echter op het punt om te verdwijnen, er wordt al sinds jaren niet meer gedistilleerd. Uit dit vat kwamen 131 flessen gevuld met godennectar. Als we alle aroma’s en smaken optellen komen we op “druivensuiker”. Uit de fles haalt J’O ook de volgende levenswijsheid: “Als ge der niet kunt door zien: drink het niet!!!”.

 

 

 

 

 

 

Als afsluiter bedoeld, haalt de gastheer één van zijn favorieten boven. Een oude Bowmore! 41 jaar, 44.5% en van Duncan Taylor. Om een oog uit te bleiten. Een oude bekende, maar wat een weerzien! Magisch om weer te mogen ervaren hou turf omgezet is naar fruit, in dit geval grapefruit. Ergens zal wel een klok tikken, maar dankzij deze zijn we er ons niet langer van bewust ... .

“Any island will do” is het antwoord op de vraag “What’s next?”. Het wordt een Port Ellen

Om terug naar de echte wereld terug te keren gebruiken we deze Port Ellen. Eentje uit 1979, ah ja! 55.3% en sherrygerijpt. In een flits zit ik terug in de haven. Geuren van pek en geteerd touw en het zilte water tussen de aangemeerde jachten. Alsof dit nog niet voldoende is, ook nog het kruidige, het donkere van rozijnen en krenten van de sherryrijping. De wereld in een fles! Te groot voor Tongerlo!

 

 

 

Uit noodzaak wordt er dan maar in de bierkelder van de gastheer gedoken. Een keuze maken is moeilijk, ook vanwege het maximum aan consumptiecapaciteit van de kiezers.

 

 

 

 

Bij deze “nightcap” worden de deze avond aangehaalde ideëen en bedenkingen in concrete projecten gegoten. 

 

Sommigen voor 100°PROOF Whiskyclub, anderen voor “eigen gebruik”. Zo ziet voor iedereen de toekomst er rooskleurig uit! 

 

Dit wetende valt het afscheid niet zo zwaar en we maken een einde aan de discussie aan wat voor soort vogeldatetis die ons de hele avond al zit toe te roepen uit het naburige bos. Datnebosuilis, zegt J’O, en die kan’t weten. 

Hij zal ook diegene zijn die als eerste effectief gepensioneerd is, maar we verheugen ons er al op om samen met hem door de straatjes te fietsen, onze vrienden gaan te bezoeken of te ontvangen, en samen klassewhisky’s te drinken op uitmuntende lokaties in uitmuntend gezelschap ... alsof dat het nixis.  

 

 

TERUG