Gunter (Lidnr.01) stuurde zijn laatste tastingverslag van 2008 in. |
End of an Era |
2001,
Lochinver. Een afgelegen
vissersdorpje aan de
westkust, hoog in het noorden. Daar speelde mijn eerste verblijf in
Schotland zich af.
|
Lochinver Holiday Lodges |
Op
de ferry van Zeebrugge naar Hull werd er al een fles Bruichladdich
aangeschaft. Toen nog “de meest westelijke distilleerderij in
Schotland”, gelegen op het eiland Islay. We hadden al kennisgemaakt
met verschillende whisky’s van dat mysterieuze eiland, maar met deze
nog niet. Ook Bunnahabhain was nog een gesloten boek toen, tot we later
een fles kochten in een tankstation bij Inverness, maar dat is dan weer
een ander verhaal.
Bruichladdich,
de naam alleen al. Het riep beelden op van woeste landschappen, zware
stormen op zee en een historisch volk … bij mij toch. Later leerden we
dat de distilleerderij gesloten was door “Jim Beam” en de door ons
gekochte fles het einde van een tijdperk betekende.
|
|
Lochinver nightcap |
De vakantiefoto’s zijn wat vervaagd, maar de herinneringen komen fris tot leven, dankzij deze fles. Ze stond reeds verscheidene jaren ergens “geopend” bij iemand in de kast.
De whisky heeft nog geen enkele van zijn eigenschappen verloren, wat ons doet besluiten dat oxidatie enkel merkbaar wordt bij het regelmatig openen van de fles, lees de inhoud in contact brengen met verse lucht. Goed nieuws voor de wat duurdere flessen in onze verzameling waarvan we hopen dat ze toch wat langer meegaan dan de door onszelf vooropgestelde 3 jaar!
|
||
De
neus bevat vooral mout en noten. Beetje granig. In de mond komt daar
citrus bij. Cavillion meloen. Fris. Wat rook tegen gehemelte. De
frisheid die typerend wordt voor Bruichladdich na de heropening zit er
ook al in. De esters oxideren en het aroma van crème brulée zweeft na
een tijdje boven het glas.
|
De botteling van Gordon & McPhail is nog ouder. De spirit stamt uit de
jaren ’80 en is zwaar ge- ”sherry” -ed. Donker.
|
De
10 jarige die Bruichladdich terug op de kaart gezet heeft. De gebruikte
sherry- en bourbonvaten kwamen uit het warehouse, maar de mix en de
verpakking waren nieuw. De zware gedrongen flessen en het
“appelblauwzeegroen” zijn ondertussen een begrip in het
whiskywereldje. Tijdens onze eerste trip naar Islay, en dus ook ons
eerste bezoek aan de distilleerderij, werden ze trots voorgesteld. De
typische kleur is die van een satellietopname van Loch Indaal.
De
neus van deze inmiddels lang uitverkochte versie bevat mout,
vanillepudding en wit fruit. Litchi. Zout! Spicy op de tong ook. Weer
het einde van een tijdperk.
|
Om
verder te gaan openen we een fles “vierdubbelgedistilleerde”.
Ideetje van Jim McEwan, nog steeds “distillerymanager” bij
Bruichladdich. Volgens zijn dochter Lynne kan hij niet met pensioen
omdat zijn golfspel te slecht is! (zie ook: 100°PROOF on tour Islay
2006)
Oorspronkelijk
kwam deze spirit met bijna 90%vol uit de still, maar nu dus verdund tot
50%vol op de fles. Zo krijg je natuurlijk meer flessen. De neus
herkennen we! Bovenop de peerdrops citrus, citroenzoet! Dit is lekker!
50%, maar dat zou je niet zeggen! Beetje bitter aanwezig, de schil van
pompelmoes. De goeie ouwe witte Tonetta -limonade van bij oma. Verwant
aan gin -tonic, jeneverbes. Hertekamp. De fles en de kleur doen denken
aan grappa. De smaak is veel aangenamer en meer toegankelijk. Zeker aan
te raden als digestief. Typisch iets waar Bruichladdich nu mee bezig is,
afwijken van de geijkte paden.
|
16 jaar, volledig gerijpt op bourbon. Een van de nieuwste en laatste bottelingen van de oude stocks, als we de promotiejongens en meisjes mogen geloven.In
de fles zit een eerlijke “bourbon”. Het vat afkomstig van Buffalo
Trace.
|
Tijdens
een vorige officiële Bruichladdichtasting werd er de nadruk opgelegd dat
het gedaan was met bottelingen van sherrygerijpte Bruichladdich. “Alles
is op!”, werd er gezegd. De week daarop kreeg ik een mailtje in de bus.
Spiksplinternieuwe Bruichladdich Manzanilla 1998 en Bruichladdich Oloroso
1998! Waarschijnlijk de signalen ergens gekruist … ? Niet dat ik
ongelovig ben, verre van. Ik ben er van overtuigd dat de stocks sinds de
heropening in 2002 zo goed als op zijn en dat deze 2 best eens de laatste
kunnen zijn van een tijdperk! Om hier de nodige aandacht en diepgang aan
te schenken, werden er een Oloroso en Manzanilla sherry van het
gerenommeerde huis Lustau bijgehaald.
|
De Bruichladdich Manzanilla was geen onbekende. Die hadden we al genoten, geïnjecteerd in een bloemkoolsoepje bij ons laatste bezoek aan de “Cluysenaer”.De
sherry had iets van droge martini. Hout en appels. Geoxideerd appelsap.
|
Oloroso.
Weer die liaison met martini. Toch in mijn hoofd. Donker en rijk.
|
Manzanilla
is streekgebonden sherry met een maritiem karakter. Niet zo bekend in
onze kringen, maar we weten wel dat Old Pulteney de “Manzanilla van
het noorden” genoemd wordt. Het waarom wordt duidelijk als er een fles
Old Pulteney 12y uit eigen stocks bijgehaald wordt. Een schitterende
onderschatte en zeer betaalbare whisky! Druif en zout omschrijft hem nog
het beste. 2 kenmerken die er bovenuit steken, vandaar dus: Manzanilla
van het noorden(?).
Verschillend
keer- en eindpunten in de geschiedenis van Bruichladdich hebben
ondertussen de revue gepasseerd en het is hoopgevend dat er steeds nog
nieuwe horizonten te verkennen vallen. Nuchter beseffen we wel dat niet
elke ingeslagen weg de onze zal zijn of was, maar hé, we leven nog! We
sluiten hier voor ons het hoofdstuk “Bruichladdich” af en kunnen
gerust stellen dat de bal nu in hun kamp ligt.
|
Een
andere distilleerderij die we van kort op volgen is Arran.
|