Maandag 25 maart

 

Bij het eerste (frikadellen met) ochtendkrieken staan Gunter en mezelf ons al lichamelijk te reinigen onder de douche. Om de beurt welteverstaan! Al is er onder zo’n gehandicaptendouche ruim plaats voor twee. Maar de zee veroorzaakt al deining genoeg en dit is niet het forum voor bed- en badgeheimen.

We kunnen ondanks de woelige zee niet aan de verleiding om enige zeelucht op te snuiven weerstaan. Op de achterplecht staan we plechtig uit de wind te genieten van het natuurgeweld.

Aan bakboord een booreiland en de Engelse kust die voorbijschuiven en wij besluiten te gaan aanschuiven voor het verzorgde ontbijtbuffet. We trappen niet in de door een oosterling gespannen touristtrap met veel te duur handgeperst fruitsap uit blik. Plenty of vitamines sir, jaja dat zal wel  aan € 2,5 voor een glas. De kust komt tast en geurbaar dichterbij en het hele aan boord zijnde zootje begint zich voor te bereiden op ene ontscheping en bijhorende landing “on English soil”. Voor de patrijspoort van onze kajuit gezeten geniet ik nog van enige maritieme geneugtes al schrijvende aan weer een meesterwerk van mijne hand.

Het ontschepen van de diverse vervoermiddelen gaat iets vlotter dan het inschepen gisteren en onder een eerder grauwe maar lang niet zo slecht als voorspelde lucht passeren we de grondige grenscontrole in Newcastle Tyneside Port.

Werner besluit ons door omstandigheden gecomprimeerde strenge reisschema aan te passen en het bezoek aan de muur van onze Romeinse vriend Hadrianus voor te behouden voor de terugreis. Na Newcastle gaat het via de snelweg naar het noorden. Het verkeer verloopt zeer vlot en ter hoogte van Gretna Green zetten we voet op Schotse bodem. We hebben het gehaald en gebruiken een quick lunch. Hier in de buurt zal Gunter volgende maand zijn huwelijksbelofte(n) herhalen in het bijzijn van zijn, schrik niet, nog altijd aan zijn zijde vertoevende echtgenote Agna. Hier pink en slik ik respectievelijk een terecht opwellende traan en flinke brok weg.

Maar terug naar de dagelijkse ernst van het leven. Er blijft een snijdende wind van polaire oorsprong over het land gieren wat het koudegevoel aanwakkert. Gelukkig zijn de noodrantsoenen talrijk en sterk van inhoud. Liquid cereals, nothing better to warm the heart.

Op de bergen in de verte ligt nog altijd sneeuw maar op de boordradio klinkt het bevrijdend bericht dat de weg naar Kintyre opengesteld is voor het verkeer. Daarmee is de laatste hindernis naar Tarbert weggewerkt en wanneer Glasgow gerond is en Erskine bridge achter ons ligt komen we aan het veelbezongen Loch Lomond. Onze eerste dram in Schotland lijkt er eindelijk aan te komen ( van deze reis welteverstaan). Dik ingeduffeld genieten van whisky en landschap.

Hoe verder we opschieten hoe meer sneeuw. De rit over Rest and be thankful biedt ons indrukwekkende haast alpiene vergezichten. Volgende stop is Inverary waar bij het pittoreske haventje de volgende fles geslachtofferd wordt. Breekt de kurk toch niet af zeker! Gelukkig is een zak reservekurken aan boord, geen overbodige luxe bij oude tot zeer oude flessen naar deze reis nog enkele keren zal blijken. Even terzijde voor de wetenschappers onder ons: SMWS flessen schijnen niet te lijden onder dit euvel.  

Langs Loch Fyne zien we meer en meer sneeuw op de hellingen en opvallend veel voertuigen van de energiemaatschappij die richting noodgebied rijden. Op Kintyre en Arran schijnt het redelijk dramatisch te zijn. Vele gezinnen zitten nog steeds zonder stroom en vele schapen en lammetjes zijn omgekomen onder de driftsnow die op sommige plaatsen tot 20ft (6m) hoog ligt.

Toch zijn we op het geplande uur in Tarbert. Het Anchor hotel heeft een ander kleurtje gekregen en ook binnen is er flink gerenoveerd. Bij het verdelen der kamers blijken Gunter en ik nogmaals de hoogste verdieping getrokken te hebben. Moedig zeulen we alles naar boven.

Ook een kist met kostbare inhoud, liquid gold, beweert mijn kamergenoot.

Even later worden we al op de kade verwacht voor een aperitiefje. Ik begrijp de gefronste wenkbrauwen van de lezer bij het openen van alweer een fles maar we zitten op een strak schema. Een vijftigtal flessen proeven op de ons karig toegemeten tijd vergt dan ook enige discipline.

We eten zeer lekker in “The Sea bed” het hotel-restaurant. De bediening is wel met een slap handje maar we zijn tolerant en progressief zoals dat correct links hoort en nemen dat er graag bij. Iedereen tevreden en voldaan.

Aan de pub naast The Anchor hangt een rode T te lonken. Gezellig rond het kolenvuur wordt het eten en de dag herkauwd en komen de verhalen los. Toch zoekt iedereen op tijd zijn slaapstee op.

Het was dan ook een, vooral voor de chauffeurs, zware en lange dag.