Anderhalf uur nadat we in Port Askaig op Islay vetrokken zijn, komen we de haven van Scalasaig op het eiland Colonsay binnengelopen. Dit is meteen ook de hoofdplaats op het eiland. Een eiland dat 4 hectare groot is, en dat wordt bevolkt door een honderdtal mensen. De toeristische trekpleister op dit eiland zijn de rust en het birdwatching, waarbij de zeldzame corncrake (kwartelkoning) veel spotters naar hier lokt.De ferry zal hier enkele minuten aanmeren om de bezoekers en bewoners van de ferry te laten, en een nieuwe lading aan boord te nemen die mee met ons richting Oban op het vaste land zal varen.Deze enkele minuten zijn voor ons een uitgelezen kans om voet te zetten op Colonsay. Hoe klein is de kans dat we deze mogelijkheid nog gaan hebben? Aangezien we nu in het bezit zijn van een ISLAND ROVER ferryticket, gaan we er voor! |
|
foto: Gunter |
foto's: Werner |
Onze dag op Colonsay vliegt voorbij, en we kunnen het ons niet veroorloven om onze ferry te missen.Maar de lijst met 'bezochte Schotse eilanden' is weer wat langer geworden, en misschien nog belangrijker: we genieten.
Er blijkt op het eiland zelfs een brouwerij aanwezig te zijn. Dit verkleint misschien de kans dat we hier nooit meer voet aan wal zullen zetten.Wij en onze ferry varen na een kwartiertje aan land te zijn, weer verder voor een vlekkeloze tocht van 2,5u naar Oban, ook wel de poort naar de Hebriden genoemd. |
||
Greetings from the Isle of Colonsay |
foto: Gunter |
foto: Werner |
foto: Gunter |
De reisgidsen lijken niet overdreven te hebben. Deze overtocht bij dit prachtig weer is fantastisch. We wanen ons op een heuse cruise, die ons langs tal van onbewoonde eilandjes brengt.
We hebben zelfs geen tijd om een Tennents in de bar te gaan proeven, kan je nagaan. Zo mooi is het hierbuiten op zee. We willen dan ook geen enkel panorama aan ons laten voorbijgaan. Hier buiten op het achterdek zorgt de combinatie van de middagzon, samen met de beschutting voor de koude zeebries, dat het hier aangenaam vertoeven is. |
|
foto: Werner |
Eens we de Sound of Kerrera binnenvaren (met links het eiland Kerrera en rechts het vaste land), zien we Oban in de verte al liggen.Oban (kleine baai) is beschut gelegen achter dat eiland Kerrera, en is daarom een belangrijke havenplaats aan de Schotse Westkust. Het is van hieruit dat er heel wat ferry's vertrekken en aankomen naar/van de (bewoonde) Hebriden. |
|
foto: Gunter |
foto: Gunter |
foto: Gunter |
In de haven van Oban is het een komen en gaan van Caledonian Macbrayne ferries. |
foto: Gunter |
Oban skyline, met centraal in beeld (rode schoorsteen): de Oban Distillery. |
In een met zon overgoten Oban wandelen we door
de drukke hoofdstraat, tot we plots een link naar ons volgend te
bezoeken eiland tegenkomen. In het uitstalraam van een stijlvolle en
traditionele kledingszaak, zien we jackets hangen die zijn gemaakt van de
enige echte Harris Tweed. Deze stof mag pas het Harris Tweed
label dragen (het Orb symbool), als het is gewoven en geverfd door de
eilandbewoners van de Buitenste-Hebriden zelf (voornamelijk de
eilanden Lewis en Harris).
De subtiele vlekjes van de stof worden bekomen door plantaardige
kleurstoffen zoals korstmossen. Dit label geeft de felbegeerde, en ook
kostbare, authenticiteit van deze stof weer.
|
|
foto's: Gunter |
foto: Werner |
Binnen het sfeervolle bezoekerscentrum krijgen we de spijtige mededeling te horen, dat het voor de volgende tour doorheen de distilleerderij nog langer dan een uur wachten is. Dit kan ons tijdschema helaas niet aan, vrezen we. De vriendelijke werknemer vindt dit ook erg en schenkt ons een glas Oban 14y uit om ons op te fleuren.Dit is niet de eerste maal dat we Oban doorkruisen, maar eindelijk hebben we een moment gevonden waarop we de distilleerderij kunnen bezoeken. Maar om nog meer dan een uur te wachten, alvorens de tour van meer dan een uur doorheen de distilleerderij mee te maken, gaat ons te ver van onze overnachtingsplaats voor vanavond brengen. We hebben immers nog een flinke rit voor de boeg.We beloven hem, en ook elkaar, dat we nog een keertje binnenspringen wanneer we Oban aandoen. Echter niet tijdens ons volgend bezoek aan Oban, want dit is nu zondag al, en dan is de distilleerderij gesloten! |
|
foto: Werner |
De uittocht uit het centrum van Oban verloopt met enige spanning en vertraging. Noch wij, noch onze GPS, zijn op de hoogte van enkele aangepaste enkel richting straten. Dit zorgt voor enige verwarring bij onze tegenliggers.Doch, niet veel later steken we de de samenvloeïng van Loch Etive en de Firth of Lorn over, wat prachtige 360° vergezichten uit onze autoramen oplevert, met de zon die dit alles nog extra in de verf zet.Een aantrekkelijk beeld uit verschillende Schotland reisgidsen gaan we zo dadelijk ook passeren. We passeerden hier in het verleden ook al, maar nu gaan we hier zeker eens voor stoppen om dit eens rustig te bekijken: Castle Stalker. |
|
foto: Gunter (passagier) |
foto: Gunter |
Het originele Castle Stalker stamt uit 1320, maar is in de 19e eeuw in verval geraakt. In 1965 werd het gekocht door ene Lt. Col. D. R. Stewart Allward, die het volledig restoreerde. Het kasteel zelf staat op een 'tidal island', wat wil zeggen dat het te voet bereikbaar is wanneer het eb is. Het heeft trouwens in 1975 ook als decor gediend voor de Month Python klassieker: The Holy Grail.
Rondom het uitkijkpunt op het kasteel staat de gaspeldoorn in bloei, waardoor heerlijke kokosgeuren de warme buitenlucht hier beïnvloeden. De Westelijke Highlands laten zich speciaal voor ons van hun mooiste en liefelijkste kant zien. |
|
foto: Gunter |
De tocht van Oban naar onze overnachtplaats in Beauly is 180km ver. Onderweg is er echter voldoende te zien om die verre afstand te vergeten. Twee maal houden we nog even halt. In Spean bridge stoppen we voor een blik op de Ben Nevis (foto rechts), en in Drumnadrochit checken we of de uitgebreide souvenirshop echt wel gesloten is na sluitingstijd. Ik zal mijn jaarlijkse aankoop van de Schotland kalender (2011) nog even moeten uitstellen. In Drumnadrochit kan je de A82 verlaten, om niet via de drukke hoofdstad van de Highlands -Inverness- naar Beauly te rijden. Dat doen we dan ook. Hierdoor passeren we de Glen Ord Distillery, voor we het plaatsje Beauly binnenrijden. |
|
foto: Gunter |
Beauly, dat 15 kilometer ten westen van Inverness ligt, dankt z'n
belangrijkheid aan de ruïnes van de priorij die pal in het centrum
gelegen zijn.
|
Van de oorspronkelijke priorij, die in de 13e
eeuw werd gebouwd, is deze kerk het enigste dat nog overeind staat. Na
de reformatie in Schotland geraakte de priorij in verval. Stenen van
de priorij werden verwijderd en in andere bouwwerken gebruikt. Zo doet
het verhaal de ronde dat Oliver Cromwel z'n citadel in Inverness
(1652) heeft opgebouwd met stenen van de priorij.
|
|
foto's: Gunter |
foto's: Gunter |
Met nog een laatste avondwandeling langs de rivier Beauly kunnen we besluiten dat Beauly een mooie streek is, maar dat zijn onze Ardennen ook.In de B&B lounge opnieuw een link naar onze reisbestemming
voor de volgende dagen. Terwijl Gunter het reisdagboek aanvult staat
de TV aan, en zien we op BBC een serie over marinebioloog Monty
Hall die zich een half jaar heeft teruggetrokken op het buitenste
Hebriden eiland North Uist.
|
|
foto: Werner |
foto: Gunter |
foto: Werner |