Zaterdag
21 maart 2009
Deze voormiddag
nog een laatste oefengalop gehouden, nog wat huiselijke klusjes
opgeknapt en na de middag beginnen pakken. We hebben er lang op gewacht,
veel over gezeverd en gefantaseerd, vele kilometers getraind en liters
zweet gelaten, elkaar geplaagd met mails in alle vormen en nu is het
eindelijk zover. Morgen vertrekken we naar Islay voor een sportieve
uitdaging die niet zo dadelijk past bij het beeld dat de modale burger
heeft van een whiskyclub. We zijn dan ook niet voor niets de beste club
van onze contreien!
Hopelijk zit het
weer wat mee. Hier is het in elk geval mooi lenteweer. Eerst nog een
toneelopvoering meepikken, mijn jongste broer speelt mee, vandaar.
Zondag
22 maart 2009
Il est six heures, Booischot s’eveille, il est six heures. Het wordt een klassieker, telkens ik klaar sta om naar Schot- of Ierland te vertrekken staat mijn lieftallige klaar om te gaan werken. Ik weet het, eerlijk is anders, maar voor haar is het ook een beetje vakantie wanneer ik een tijdje weg ben. Alles nog eens gecheckt en wachten op mijn favoriete woordvoerder die zo vriendelijk is om mij op te pikken. Aan de burcht van onze voorzitter is het nog even wachten op onze Kempische vrienden en dan gaat het onder een grijze lucht richting Charleroi. De leeuw van Waterloo wuift ons uit met zijn bronzen staart en het Zoniënwoud ligt er vredig bij op deze prille lentedag. Geen drukte en dus flink op tijd aan de luchthaven. Parkeren, inchecken, pascontrole, alles verloopt vlekkeloos en routineus. Alleen Dirk moet zich de diepgaande interesse voor zijn materialen door een gezette veiligheidsmens laten welgevallen. Ongeveer op tijd worden we aangemaand om in te stappen. Boven de vleugel zitten we gezellig bij elkaar en off we go! Veilig tussen ouderdomsdeken en woordvoerder gezeten zweven we even later al boven de wolken en in de zon. De beste club van België hangt al gauw boven het Britse vasteland. Toch een beetje jammer dat we het feestgedruis in Dublin ter gelegenheid van de 6 nations overwinning niet kunnen meemaken, dat zou wel de moeite geweest zijn. Tussen de schapenwolkjes door zien we Prestwick naderen en geheel volgens schema raken we Schotse bodem. |
J'O |
foto: Dirk |
Het is niet lang wachten op onze bagage( met al zijn verborgen schatten). Werner en Marc verdwijnen op de inmiddels bekende wijze in het gezelschap van een vreemde man om een half uurtje later terug te keren met een zilveren VW busje. Een beetje puzzelen met de bagage en dan richting Glasgow. Niet verkeerd gereden deze keer en we ronden de stad met gemak. Erskine Bridge over en dan naar het echte Schotland. Onze eerste halte is Balloch voor een sanitaire en quick lunch stop. Dan naar Glengoyne waar we vorig jaar nog leerden blenden. Hier worden enkele kleinoden aangeschaft en dan langs Loch Lomond door buiig weer. “Rest and be thankfull” over en richting Tarbert onder dreigende luchten en prachtige regenbogen. Tussenstop in Inverary waar we even luisteren naar een pipe-band. Tarbert ligt er rustig bij. Het Anchor Hotel is ondertussen verlaten en we logeren deze keer dichter bij Kennacraig Ferry in het West Loch Hotel bij Anna en John. Mooi gelegen en very cosy, speciaal de lounge and bar! Jan en Peter hebben nog een training op het programma, de rest houdt het op een vitamine B-12 kuur. Het avondeten smaakt ons prima en aan de gezellige haard komen de tongen los en wordt er flink met varkensvlees geschoten. Vooral de Ierse ober bakt het bruin. Eerst vraagt hij of Jan wel over 18 is en dan prijst hij de kip aan als “terrible chicken”. Om een uur of tien zoeken we ons bed op en dromen van Islay en omliggende gebieden.Maandag
23 maart 2009
Het heeft vannacht flink gewaaid en geregend. Gelukkig is het nu wat minder. Onder de grauwe ochtendschemering rijden we naar de ferry. “The Isle of Arran” en een flink ontbijt liggen daar op ons te wachten. Het ontbijt smaakt ons uitstekend en we filosoferen en struinen wat rond op de boot. Het wordt wat lichter en we besluiten naar buiten te gaan. De strakke wind dwingt ons al gauw naar het beschutte achterdek.Aan de horizon duiken de bekende silhouetten van Islay en Jura op. |
J'O |
foto: Werner |
Na wat gemanoeuvreer leggen we aan en rijden linea recta naar
Laphroaig om onze huur te innen. Het visitors centre is helemaal
heringericht en oogt fraai. We krijgen onze 5 cl flesjes (Quarter Cask) en ons getuigschrift. Ondertussen is Emma met de mooie ogen
ons komen vervoegen.
|
J'O |
foto: Dirk |
Woensdag
25 maart 2009
Half-acht. Werner en ik staan in de keuken terwijl Marc een beetje
opruimt. Druppelsgewijs komen onze medemensen de trap af en wachten
ietwat ongeduldig op hun breakfast. Wij, keukenpieten, laten ons niet
van de wijs brengen en serveren zoals het hoort het eten. Na een
champagnetoast, aangeboden door de winnaar van de 1st Islay Alternative
Half Marathon, gaat de rest er in als koek. Onze eerste afspraak van de
dag is Bunnahabhain. De weg naar beneden roept allerlei beelden op. Ah
the memories! Het weer is ons dan ook nog eens goedgezind .
|
J'O |
foto: Dirk |
J'O |
foto: Werner |
Vrijdag
27 maart 2009
Het heeft vannacht weer flink gebulderd. De 7u ferry is cancelled, dat geeft ons de gelegenheid om nog snel een andere uithoek van het eiland te verkennen: Kildalton Cross. Het uit de 8e eeuw daterende Keltisch kruis is prachtig gelegen. De zon en de wind zorgen voor de juiste sfeer en we genieten volop van onze laatste momenten op Islay. Op de terugweg poseren de Edelherten onbevangen voor ons. Een laatste blik op Ardbeg vanaf de oude school, waar ik zowaar al kleine exemplaren van de Pinksterbloem ontdek, wel erg vroeg in dit ruwe klimaat, dan naar Port Ellen waar de ferry niet op ons ligt te wachten. Wegens de ruwe zee en de onberekenbare zeestromen is het veiliger te vertrekken vanuit Port Askaig in de beschutte Islay Sound. Even nog langs Bowmore om wat financiële beslommeringen uit de wereld te helpen en dan wacht ons de ferry.Het is hier nu wat drukker dan normaal maar toch wordt alles vlot afgehandeld en we begeven ons naar het buffet waar de worstjes en het spek ons al vrolijk liggen toe te kissen. Met het ene oog op mijn blackpudding en het andere op The Paps of Jura varen we de sound uit. In de bar wordt het genot van een Guinness even verstoord door een uit de hand lopende henparty maar Gunter offert zich moedig op om zo de vrede te herstellen. Terwijl de eilanden aan ons voorbijschuiven mijmeren we nog wat na over onze avonturen en zo krijg ik de gelegenheid mijn dagboek wat bij te spijkeren. De zee is lang niet zo ruw als verwacht, we krijgen al echte zeebenen, vandaar misschien? Met de wind van achteren zijn we sneller dan voorzien in Kennacraig .Dan snel dwars over Kintyre langs een prachtig toboganbaantje naar de Arran ferry in Clonaigh. Van ver zien we de, kleine, ferry door het opspattende schuim aankomen. Naast een voetganger, hij blijkt een echte avonturier, zijn wij de enige passagiers. Het kleinere vaartuig schommelt toch wat meer, het laatste stukje is zelfs ruw te noemen en het begint bovendien nog stevig te regenen. Arran ligt met zijn toppen verscholen in de mist. Van de Goatfell, de hoogste top(874m) is zelfs helemaal niets te bespeuren. De witte huisjes van Lochranza komen dichterbij en met onze neus in de stevige bries kijken we reikhalzend uit naar mini-Schotland. Het kasteel, bekend van Kuifje en de zwarte rotsen, doemt uit de regenwolken op. De bende van Wim heeft hier wel wat in scène gezette toneeltjes gespeeld zo blijkt wanneer je ter plaatse bent. Een eindje aan land zien we de killns van de distilleerderij al aan het eind van de vallei boven de huizen uitpriemen.We worden vriendelijk ontvangen en eten eerst een stukje om dan de rondleiding te beginnen. Alles is hier nieuw en behoorlijk compact. De warehouses hebben een modern stapelsysteem en zijn zo nieuw dat de bacteriën hun werk nog niet konden doen. We hebben geluk er wordt net een vrachtwagen gerst gelost en dan bekijken we de maalinstallatie die zeer modern oogt. Het volledige proces speelt zich af in één ruimte en kan door slechts één man bewaakt worden. Volgende week gaan ze pas terug in productie en zo kunnen we alles rustig bekijken. Dan volgt het proeven en we vullen onze verzamelingen aan. Buiten kijken we vergeefs uit naar de Golden Eagles(Steenarenden) die het symbool zijn van de Arran Whisky en hier in de buurt hoog op de rotsen broeden. Net wanneer we op het punt staan te vertrekken ga ik nog éénmaal de flanken van de berg af met mijn verrekijker en ontdek tot mijn vreugde hoog boven de top het silhouet van een koppel van deze prachtige vogels. Een aha! moment voor de vogelaars onder ons! Na dit natuurspektakel rijden we door de bergen naar de andere kant en Brodick. Onderweg zien we talrijke edelherten en het is inmiddels opgeklaard zodat we het eiland in al zijn pracht kunnen bewonderen. De noordkant van de Goatfell is bepaald indrukwekkend en is meer voer voor de ervaren bergbeklimmer. De kruin is onder sneeuw verstopt, ik zou op dit moment niet graag op de top staan in de strakke wind. Aan de kust liggen de zeehonden lui te genieten van het zonnetje in de beschutte baaien van Sannox. In Lamlash, even buiten Brodick vinden we na enig zoekwerk het Glenisle hotel. Het ruikt nog naar nieuw en is vlak bij het strand gelegen met zicht op het Holy Island dat in het bezit is van één of andere geloofsgemeenschap(lees: Sekte). De kamers zijn klein maar mooi en kraaknet. We hebben nog even tijd voor dinner en rijden naar Kildonan voor de zonsondergang. De vuurtoren van Pladda tekent zich mooi af tegen de einder. In de bar drinken we aperitiefgewijs een pint en raken aan de praat met een verloren gelopen Eindhovenaar die al redelijk verschotst is en er ook zo uit ziet. Dan weer naar ons hotel langs het donkere en gevaarlijke kronkelpad. Het maal smaakt ons weer uitstekend en na een afzakkertje zoeken we één voor één onze slaapstee op. De vermoeidheid begint zo te zien stilaan zijn tol te eisen.Zaterdag
28 maart 200
|
J'O |
foto: Werner |
Na de wandeling rijden we verder naar Lochranza waar we nog een
presentje moeten afgeven voor James. We nemen de gelegenheid te baat
voor een snelle hap. Tijdens het wachten zien we door het raam een arend
die zijn baltsvlucht ten toon spreidt, veel korter bij dan gisteren en
ook met het blote oog te volgen. De Steenarend zweeft langzaam hoogte
winnend om dan plots de vleugels samen te vouwen en als een “steen”
50à 60 meter omlaag te duiken, dan slaat hij zijn vleugels weer open en
hervat zijn luchtspel. Daar kan ik mee uitpakken bij mijn groene
vrienden.
|
Slainthe!J'O |