SPEYSIDE 2010

 

 


Zondag 14 februari 2010

 

De valies met de nodige spullen stond al enkele dagen klaar, gisterenavond nog een laatste check-up en nadien een koppel eieren in de pan gebakken voor het lunchpakket.  Het scloolreisgevoel was niet veraf.

Vanmorgen het vrouwtje nog verrast voor Valentijn.  Zo hoef ik geen schuldgevoel als ik mezelf een goede fles whisky aanschaf.

Bij de voorzitter was het verzamelen geblazen rond de klok van zeven.  Ons survavilpakket week op geen enkel vlak af van de vorige clubreizen, ook heel wat metgezellen zijn vertrouwde tourgangers.  De verstekelingen werden verdeeld.  Kris zorgde nog voor een aangename en broodnodige buff met aangepast logo.  Ook onze clubdichter J’O liet zich door niets of niemand tegenhouden, zelfs een recente hernia had hem niet op andere gedachten kunnen brengen.  En ik die dacht dat de reiskriebels alleen mij te pakken hadden.

Stipt volgens schema vertrokken - met zo’n voorzitter kan het ook moeilijk anders - en vlot gereden  naar Brussels South.

De check-in verliep voor ons allen  en voor J’O in het bijzonder op wieltjes.  En dan wachten op …  Buiten : miezerig grijs weer met lichte sneeuwval.  Een voorbode ?

Met een half uur vertraging steeg het vliegtuig op.  “Joepie  zo blijven we  gespaard van de Ryanair Jingle !  Nog geen anderhalf uur later stonden we op Schotse bodem, een beetje het gevoel van terug thuiskomen.  In Prestwick scheen de zon bij aangename lentetemperaturen.  Wat een verschil met ons Belgenland.

 

Eerste tussenstop : Tullibardine Distilleerderij te Blackford.  Helemaal verscholen aan de rand van een shoppingcenter stond een voor mij eerder onbekende distilleerderij.  Maar we waren meer dan welkom zoals bleek, we werden zelfs vermeld bij de toegang.  Laura Hay was onze gastvrouw, bleek nadien toch niet de eerste de beste te zijn in de whiskywereld.  Wat volgde was een gezellige rondgang, afgesloten met een bezoek aan het warehouse (mmhh, eindelijk proeven) gevolgd door een degustatie  van enkele standaardbottelingen.  Vooral noten in de afdronk.  Ik zal toch mijn eerste meningen over deze whisky’s moeten bijsturen.  Een bezoek ter plaatse is en blijft toch steeds apart.

En wellie dan op weg naar Aberlour.  Onderweg echter de afslag gemist (te veel gekeken naar het kasteel van Stirling en het Wallace Monument ?).  Geen nood, J’O als co-driver vond snel een alternatieve route langs kleine wegen maar met een uur langere reistijd als gevolg.  Op zich geen probleem, alleen begon mijn maag na een tijdje te riposteren : honger !!

Gelukkig werd dit meer dan ruimschoots gecompenseerd door de rit zelf : steile hellingen van 20% en meer, oude en smalle  bruggetjes over de rivier Don , kilometers lange sneeuwmuren aan weerskanten van de weg maar bovenal door de vele kleine witte spookjes met lange oren en rode oogjes.  We waren aangekomen in het land van de “Sneeuwhaas”.  Aangetrokken door de autolichten sprongen ze soms geheel onverwachts voor de wagen.  Maar dat en zelfs een kleine sneeuwlawine konden ons niet tegenhouden van ons doel : Dowans Hotel te Aberlour.

Mooi en knus hotel, vriendelijke ontvangst, goede bar (“Is er wel genoeg voorraad ?”, hoorde ik sommigen al mompelen).  Samen met Bert deelde ik de “Glenfiddich Room”.  Niks op aan te merken.

Het was al negenen toen we in de grote zaal aanschoven voor het diner : haggis als voorgerecht, nergens beter te krijgen dan in het homeland, gevolgd door eendenborst en dan Schotse kazen als dessert.  Onze smaakpapillen zullen wederom verwend worden deze dagen.  Steeds leuk  om weer nieuwe of andere gerechten te mogen proeven.  Onze voorzitter weet zijn gasten te soigneren.

Roger sprak zijn magische woorden : “Ik zen hie gère !”.  En dan weten de getrouwe clubreizigers dat het goed, heel goed zit.

 

 

SPEYSIDE 2010