SPEYSIDE 2010

 

 


Maandag 15 februari 2010

 

Vroeg wakker geworden: mijn biologische klok stond nog op Belgische tijd en op het uur dat ik gewoonlijk opsta, maar kwart voor vijf hier was naar mijn zin toch net iets te vroeg.

Maar de wetenschap dat weldra een stevig ontbijt op ons te wachten stond, verzachtte de pijn van het vroege ontwaken.  Een full breakfast inclusief de black pudding, meer moest dat niet zijn. 

De Vaes-brothers straalden blijkbaar onbewust veel autoriteit uit want stipt op het afgesproken uur stond iedereen klaar voor het vertrek.  In het dorpscentrum werd eerst de lokale supermarkt leeggeplunderd : het rek met waterflesjes is compleet opgeruimd.  Twee dagen later hing er nog steeds een briefje : “out of stock”.

Even verderop lag Dufftown de heimat van de familie Grant met de distilleerderijen van Glenfiddich, Balvenie en Kininvie.

De bezoeken werden opgesplitst per busje.  Wij bezochten met onze bende eerst Glenfiddich.  Je kon aan alles de professionele aanpak en benadering merken.  Als inleiding een technisch vernuftig promofilmpje en dan een uitgebreid bezoek.  Foto’s mochten bijna overal worden genomen met uitzondering van de stills en in de warehouses.  Onze  Engelse gids met prachtig (?!) geel-groen haar was van een speciaal kaliber en had blijkbaar al heel veel negatieve ervaringen met drinkebroers.  Kan zij natuurlijk niet weten, maar zo’n club zijn wij niet !

De ontvangstruimte en dito tastingroom was schitterend.  Misschien kan onze clubschrijnwerker Luc hier wat ideëen opdoen voor de verdere inrichting van ons clublokaal.  Luc, graag afgeronde hoeken aub.  Van de whisky’s kon vooral de 18 y het merendeel van ons busje bekoren. 

 

’s Middags was er lunch voorzien in het bezoekerscentrum : een stevige soep met belegde broodjes.  Even verderop lag  Balvenie Castle te blinken in de zon : prachtige blauwe lucht met witte wolken.  In Belgenland daarentegen heeft het weer volop gesneeuwd.  Wie beweert dat het in Schotland altijd slecht weer is?

De Schotse Highlanders lieten het zich allemaal weggevallen en waren gelukkig maar matig geïnteresseerd in het fototoestel van Roger en al helemaal niet in Roger zelf.  Zou hij hier dan nog gère zijn ?

 

’s Namiddags werden de rollen omgekeerd : dan brachten wij een bezoek aan “The Balvenie”.  Bert, een rasechte Nederlander die al 28 jaar in de whisky-industrie werkt, was onze gids.  Het geheim onder de kilt geraakte uiteindelijk, zonder zijn medeweten vermoedden wij, wel opgelost.

Leuk aan The Balvenie was dat je alle stappen nog kunt zien : vanaf de aankoop van de gerst, het mouten, het eesten en alle verdere processen.  Het eesten op zich was een ware belevenis : met z’n allen in de gemoute gerst.  Je kon nauwelijks ademen, zo bevangen van de rook en de dampen.  Vanuit de distilleerderij ook een zicht op Kininvie. 

Tot onze spijt konden wij niet zelf een fles bottelen.  Als reden werd opgegeven dat er geen lege flessen beschikbaar waren, maar bekropen door een “groot” schuldgevoel werd dat behoorlijk vlot gecompenseerd door Bert met enkele uitzonderlijke proevertjes : 1965 Bourbonvat, 1967 sherryvat en  een licht geturfde 2003 op een vat van zomereik weliswaar.  Nadien volgde nog een bezoek, jammer genoeg vanop afstand, aan de kuiperij.  Ook de tasting was weer dik in orde.  The Balvenie is weer enkele amateurs rijker.  Maar wij tocl ook wel een tikkeltje jaloers op onze gids Bert, want zomaar eventjes twee jaar samengewoond met Elsje Helewaut.  De gelukzak !

 

Op de terugweg naar het hotel werden de eerste verstekelingen aangeboord .  Zoals de traditie het vereist gebeurt dit steeds op aangepaste locaties, ditmaal aan de ingang van de respectievelijke distilleerderijen: eerst Dailuaine en dan nog ever verder naar Imperial.  Deze laatste ligt al enkele jaren volledig stil en gaf in de vroege duisternis maar een desolate indruk.  Ons lijstje met af te vinken stokerijen groeit gestaag.  Toch weer knap van Werner en  Gunter om steeds weer opnieuw de desbetreffende whisky’s te weten vinden.

 

Terug in het hotel konden we weer genieten van een uitgebreide driegangenmenu.  Lekkere kopieuze maaltijd van gevogeltepaté, zalm met asperges en crème brulée.  In de lounge werd de koffie geserveerd, vergezeld met een drankje van de postbode.  De voorzitter had speciaal een fles Highland Park 15 y Magnus laten opsturen naar het hotel.  Enkel bestemd voor consumptie in Groot-Brittannië.  Toch weer mooi uitgedokterd.

 

SPEYSIDE 2010