Dag
3 zondag 1 juni
Om
zeven uur maken mijn kamergenoot en ik ons op voor een eindje joggen.
Het is natuurlijk mijn eigen fout, ik had niet zo moeten doordrammen
over lopen op Orkney.
Het is
bewolkt maar voor orcadische normen staat er weinig wind. Door het
stille lichtglooiende landschap gaat het lopen ons goed af. We komen
onze voorzitter tegen die al een eindje ging wandelen en ook Wim is al
op pad. De lucht is vol vogelzang. Wulpen, scholeksters, bonte kraai.
Ook zitten er veel berghazen, die zijn veel lichter dan de soort die wij
kennen en worden in de winter wit. Over hetzelfde pad keren we terug
onder de bewonderende blikken van onze minder sportieve medereizigers.
Lekker
douchen en aanschuiven voor het ontbijt met uitzicht over Loch Harray en
het eiland. Samen met enkele anderen probeer ik de kippers en dat blijkt
een goede keuze. Licht gerookt, niet al te vettig en uitstekend van
smaak. Daar kan ik wel enkele bijhorende whisky’s bij bedenken.
Nu is
het hoog tijd om op stap te gaan.Vermits het zondag is en de
distilleerderijen gesloten begeven we ons vandaag op het
cultuurhistorische pad. Onder een inmiddels stralende zon en een licht
briesje zetten we koers naar Maeshowe. Dit is een neolithische
grafheuvel. Onder de deskundige leiding van een niet van humor gespeende
gids leren we heel wat over de oudste geschiedenis van het eiland.
Binnen de grafkamer krijgen we uitleg over het transport van de
tonnenzware stenen en de bouw van het geheel. In de verte zien we de
standing stones of Stennes en de ring of Brodgar die allen deel uitmaken
van dit geheimzinnige verleden.
Via
het visitors centre, waar ik een vogelgids van natuurvriend Bill
Oddie(BBC) op de kop tik voor een zacht prijsje, gaat het naar de ring
of Brodgar. Ik zet me op een steen in de zon en laat de wind en de
inspiratie hun werk doen. Als vanzelf komen de gedichten op papier.
Ik
vervoeg de bonte whiskybende om mee de volgende verstekeling te
bevrijden. De 18y Highland Park met op de doos een afbeelding van de
ring wordt zeer gesmaakt.
Op
“algemeen” verzoek draag ik enkele van mijn nog natte gedichten
voor. Voorwaar een fijn moment voor een eenvoudige volksdichter uit
Booischot! Onder mijn voeten een steen die 5000jaar geleden op god weet
welke wijze naar hier gesleept is, de lucht vol zee – en
bloesemgeuren, de zachte wind door mijn weelderige haardos en dan mijn
diepste zielroerselen mogen voordragen voor mijn whiskyvrienden vervult
me met diepe dankbaarheid.
Langs
de Stennes stones stomen we door naar Stromness het 2e stadje
van Orkney waar we ons te goed doen aan een plaatselijke vissoep. Na de
middagstop in het goed bewaarde, met grote flagstones geplaveide,
gezellige plaatsje is ons volgende doel Skara Brae. Eén van de oudste
nederzettingen van het noordelijke halfrond. Vol ontzag kijken we neer
op 5000 jaar geschiedenis. Stilaan begin ik een beetje inzicht te
krijgen in de levenswijze van deze voorouders.
Volgende
stop de voor mij interessante klippen waar vele voor mij nieuwe
vogelsoorten zitten te wachten om ontdekt te worden. Alken, vele soorten
meeuwen, puffins (papegaaiduikers) en Skuas (grote jagers) zitten op de
smalle richels of vliegen vlak voor onze neus rond. Jammer genoeg wordt
vlakbij ook een motorcross verreden wat de sfeer een beetje verstoord.
In de busjes blijft de stemming echter goed en we bereiken Marwick Head.
Hier
staat het monument van Lord Kitchener die hier in 1916 met zijn schip,
de SS Hampshire op een mijn liep. Over deze man lopen de meningen ver
uiteen. Hij was in ieder geval niet voor iedereen de grote held waarvoor
de Engelsen hem met deze behoorlijk stomme toren, je kunt er niet eens
op klimmen, vereerd hebben. Ook het concentratiekamp en het uitmoorden
van de Boeren in Zuid-Afrika staan op zijn bloederige palmares. De
zeevogels zijn dan ook veel interessanter om te bekijken.
Op
ongeveer 20km van ons in het zuiden zien we The Old Man Of Hoy oprijzen.
Overmorgen varen we er met de ferry voorbij, daar kijk ik nu al van in
mijn kinderjaren naar uit.
Flink
op tijd voor het avondmaal arriveren we aan het Merkister hotel. Even
opfrissen en dan kunnen we aan tafel. De vriendelijke en jonge bediening
leidt ons wat af maar de verschillende gerechten worden goed onthaald.
Na het
eten worden we gesommeerd om onze overlevingspakketten boven te halen en
te verzamelen aan de nog steeds glimmende busjes. De verstekelingen zijn
ook aan boord en 20 minuten later staan we voor de poort van Highland
Park. Op de doos van de 25y medereiziger staan de killns afgebeeld.
Jammer genoeg wordt het geheel architectonisch zwaar verstoord door twee
afschuwelijke nieuwe metalen hangars. De heerlijke smaak van onze
verstekeling en de suggestieve geuren halen echter de bovenhand.
Terug
op weg zoeken we in het landschap naar de contouren van Scapa. Na enkele
pogingen komen we toch in de buurt. We snuiven nog wat Atlantische
geuren op en trekken terug richting hotel. De bar is helemaal van ons.
Gunter en Jan ontdekken enkele vreemde whisky’s achter de bar en
pakken meteen de barkeepster (slechtziend, bijna doof en goedgelovig )
in. Sfeer is goed en de rest zal ik me morgen trachten te herinneren.
J'O
|