Dag 6 woensdag 4 juni

 

Stralend weer nodigt ons uit om onze loopsloefen aan te trekken en langs Loch Linnhe te lopen. In dit kader en met dit weer is het een genot om de stramme spieren wat los te gooien. Van midges hebben we geen last, zolang we maar in beweging blijven.

Aan het hotel zijn weer enkele vroege vogels actief. Geert maakt een flinke wandeling en Marc L is ook al op de been. Na een verkwikkende douche volgt een even versterkend ontbijt dat weer volledig full Scottish blijkt te zijn.

We checken uit onder de verwonderde blikken van de eerste oudjes die met enige moeite hun plaats in het restaurant opzoeken.

Toch nog enkele ambetante beestjes op de parking. Deurtje dicht en karren maar.

Aan het begin van de Glencoe vallei houden we een eerste maal halt. Weidse vergezichten zijn ons deel. Mijn kamergenoot heeft één of andere drogreden gevonden om ons te trakteren op een fles “Clynelish cask strenght only available at the distillery”. De snoodaard! Toch weer lekker spul zo vroeg in de morgen.

Volgende vieuwpoint, volgende fles. Ditmaal een Clynelish 1971 34y. Onder invloed van de hoogte en de steeds ijlere lucht beginnen we lichtjes te hallucineren. De vallei is nog onaangetast, hier is de laatste 30 jaar geen steen verlegd. Op de stopplaats heerst een ingetogen sfeer. Iedereen tracht dit haast sacrale moment vast te houden. Diep onder de indruk van Schotland op zijn mooist wordt het erg stil in busje 1. Dankbaarheid en waardering halen de bovenhand. Wat zijn we toch een bende lucky bastards.

En nog is het niet op. Via de wondermooie Trossachs dalen we af naar het zuiden. Bij Loch Lomond is het tijd voor middagpauze en snelle hap. Jammer genoeg krijgen we hier een doorsnee van de, meestal Amerikaanse, massatoerist. Dus te negeren, vet en lomp.

How green was my valley? De eerste tekenen van heimwee steken al de kop op in mijn melancholische ziel.

Niet getreurd echter, er staat ons nog een leuk bezoek aan Glengoyne te wachten. Hier konden we vorige reis niet terecht wegens vertraging door een slecht sluitende zijdeur. Onze onnavolgbare bestuursleden hebben beloofd dat dit ruimschoots ging goedgemaakt worden; de verwachtingen zijn dan ook hoog gespannen.

Glengoyne heeft als bijzonderheid dat het zowel in de Highlands als in de Lowlands (Warehouses) ligt. Het wordt echter beschouwd als een Highland Whisky. Na de introductiefilm, een welkomstdram en de tour door de distilleerderij belanden we in de blendingroom.

Hier worden we ingewijd in de edele kunst van het blenden. Arthur, onze gids is zeer gevoelig voor onze absurde humor en doet dapper mee. We krijgen hem dan ook een paar keer goed plat tijdens het spel met geuren en smaken. Het is een fijne ervaring, weer wat meer inzicht in de wondere wereld van whisky. Iedereen krijgt een certificaat mee en natuurlijk de zelf geblende whisky. We worden ook verzocht het spul een naam te geven en ook dat geeft weer hilarische momenten. We worden door de obligate shop geloodst waar we op de valreep onze verzamelingen kunnen aanvullen en als afscheid nog een dram achterover werken.

Na de groepsfoto rest ons nog een flinke rit met als voornaamste hindernis Glasgow. Het is behoorlijk druk maar niemand maalt daarom. In Troon wacht ons immers het bekende en zeer gewaardeerde South Beach Hotel. De anciens onder ons weten dat eten en drinken hier van uitstekende kwaliteit zijn.

Eerst inchecken, kamers bevolken, een frisse pint legen en daarna heerlijk dineren. We zijn allemaal lichtjes uitgehongerd na deze meer dan gevulde dag. Onze president wordt regelmatig vergast op een “All rise!” en hij begint er zowaar schik in te krijgen.

Dan wacht ons het strand van Troon met in de verte Arran, toch wat lichte regen en het openen van onze gezamenlijke aankoop: Dalmore 21y. Het blijkt een goede investering te zijn. Schitterende whisky, goed gezelschap en een waardig einde voor deze in alle opzichten geslaagde reis.

Er volgen enkele spontane toespraken en oprechte dankwoorden van zowel deelnemers als organisatoren. Uit de losse pols strooi ik daar nog enkele gedichten over. Net wanneer we denken af te zakken naar de bar komt onze voorzitter met het klapstuk van de reis.

Uit een houten kistje tovert hij een Glengoyne Peter’s Choice. Donker, lekker en haast niet meer te krijgen. Dus helemaal in de stijl van onze ondertussen boven alle verdenking staande club. Dankbaar om zoveel fraais toasten we op ons samenzijn en het besef van ons eindige geluk. Nog even blijven we mijmerend in de regen staan welbewust van het onvermijdelijke einde van onze reis. Driewerf helaas. Maar eerst gaan we er nog een deftig einde aanbreien in The Miller Bar van het hotel.

We eigenen ons de hele bar toe en de stemming stijgt ten top. Biljarten, zeveren, spek schieten, vrouwen imponeren en gewoon genieten van de camaraderie. Diep contentement maakt zich meester van mij. Ik aanschouw het hele gezelschap van achter een grote ijskoude Guinness en zie dat het goed is. Na een lange geslaagde afscheidsviering kruipen we moe maar voldaan in ons bed. Morgen weer huistoe, wat gingen de dagen weer snel!

    J'O