Reisverslag Jaco
"Sixteen went to Islay and..."

Zondag 26 februari

Zondagmorgen om 5u55 begint de reis waar we zoveel weken naar hebben uitgekeken. De start 

is, moet ik eerlijkheidshalve bekennen, pijnlijk. Wie staat er voor zijn lol nu zo vroeg op om op 

reis te gaan.

 

Onze eerste stop op weg naar Ramsel levert ons nog een medereiziger ( Jan) op, wiens hart vol 

verwachting slaat voor de komende reis.

Rond de klok van zeven staan we allemaal te koukleumen in de garage van onze voorzitter, die 

humaan als hij is, gezorgd heeft voor warme koffie.

Eén na één druppelen alle medeplichtigen binnen. Uiteindelijk na een korte ceremonie waarbij 

ieder wordt voorzien van een survivalpakket ( glencairn glas en oorstoppen)vertrekken we in 

colonne naar Charleroi.

Na een kort oponthoud bij het inchecken, dame met bagage voor ongeveer een gans weeshuis, 

lukt het ons in het vliegtuig te komen. Met een bovenmenselijke gezamenlijke inspanning slagen 

we er dan toch in om het toestel op te laten stijgen richting Prestwick.

Op het vliegveld moet je eerst FBI, CIA, NSA ,of hoe ze dan ook heten in Schotland, passeren 

vooraleer de heilige Schotse grond betreden kan worden. En dan blijkt, potverdulleme, dat de 

bagage van Chris in Charleroi is achtergebleven.

Terwijl Werner en Hans onze karossen gaan ophalen kunnen Gunter en Chris hun lol op met alle 

onzin die komt kijken bij bagage die zich niet op de juiste plaats bevindt.

Tenslotte kunnen we toch met ons groen en blauwe busje vertrekken richting Glengoyne, of

dat is toch ieders verwachting. Het mag echter niet zo zijn. Bij vertrek aan de luchthaven

blijkt de zijdeur van het blauwe busje (Hans en zijn bodybuilders?) niet meer te sluiten, dus

terug naar de Arnold Clark, de verhuurfirma.

 

Natuurlijk is het hier ook zondag, wat ervoor zorgt dat de noodtroepen van VW pas na 1,5u

zullen aankomen om de deur te repareren. Dit is een domper, aangezien we nu het bezoek aan

Glengoyne op onze buik mogen schrijven door tijdgebrek.

 

Na een deugd doende lunch in het Carlton Motel met beef, greens and Guinnes vertrekken

We uiteindelijk rond 15u15 richting Tarbert.

In het eerste stukje van onze rit hebben we uitzicht op een vrij industrieel landschap. Dit

verandert dramatisch na het oversteken van de Clyde (rivier) . Waarna we aan onze rechterkant 

ook de eerste heuvels zien opduiken.

Onze gids (Werner) maakt ons diets dat langs de Clyde verschillende warehouse-complexen

liggen, waar whisky ligt te rijpen voor de blending industrie.

Een dik uur buiten Prestwick mogen we kennis maken met de magistrale schoonheid van

Loch Lomond . 

 

De behuizing wordt nu steeds schaarser en de heuvels hoger en ruwer, hier en daar bespikkeld

met grazende schapen.

Bij de aanlegsteiger in Loch Fyne, leggen we onze busjes aan om een blik te gaan werpen in

de etalage van de whiskyshop met dezelfde naam. En weer blijkt het dus zondag te zijn, de

winkel is gesloten. Gelukkig heeft een levensreddende engel gedacht aan een godendrankje

om ons verdriet weg te spoelen. Een fles Springbank 15y laat bij allen de juiste spirit

weer bovenkomen, en verdrijft de koude die we beginnen te voelen.

De rest van de rit verloopt lekker vlot na deze opwarmer, en rond zevenen komen we aan bij 

het Anchor hotel in Tarbert. Het welkom is allerhartelijkst en volledig absurd aangezien de 

uitbaatster mensen uit Zweden verwachtte.

Na de bagage op de kamer te hebben gegooid, gooien we ons in de bar “for a drink”.

Na een geslaagde maaltijd van voornamelijk vis is rond 10 u mijn kaars uit, dus bedtijd. Morgen 

is het weer vroeg dag

Jaco

 

TERUG