Donderdag
17 mei
Voor
het eerst deze reis ontwaken we met regen. Maar het is windstil en dat
verzacht de pijn. Ontbijten en inpakken want vandaag gaat deze
verrassingstrip weer verder. We krijgen een lunchpakket mee, dat wil
zeggen dat we vandaag weer heel wat weg gaan afleggen met onze mini-
karavaan.
Door het
kletsnatte schiereiland gaat het weer up-north. Gigha-ferry en
Kennacraig-ferry laten we letterlijk links liggen en dat laat alleen de
korte overtocht weer terug naar Arran open. Terug van waar we gekomen
zijn.
Van op de
parking wachten we tot het kleine bootje zich aan de andere kant
losmaakt uit de nevel. Iemand spot een zeeotter en dat zorgt altijd voor
animatie, zeker voor de groenen onder ons.
Op de
ferry, uit de wind en met de jas goed dichtgetrokken profiteren we van
een droog intermezzo. En ik heb toch iets met de combinatie
zee-weer-boot-eiland want daar komt al het volgende dichtwerk om het
hoekje kijken
Arran
revisited
Arran
gooit een redlijn
het bootje vaart uit
de stalen klep gaat open
veilig in de buik
dicht bij mekaar
tegen de wind
door de golven
een waterzon licht op
arran heet ons weer welkom
Vlotte
overtocht maar het blijft, zei het zeer zachtjes, regenen. Over de
toboganbaan kronkelen we naar het zuiden.
Aan
Machrie Moor houden we halt. Iedereen pakt zijn spullen voor een tochtje
naar het hart van deze mythische vallei. Op deze site staan namelijk
verscheidene standing stones, ringen en grafheuvels die bijdragen tot de
historische belangrijkheid. Drie
jaar geleden waren we hier ook na ons loopavontuur op Islay.
Het blijft
indrukwekkend en hier kan maar één fles passend onthuld worden: De
jubileumfles van de firma Vissers waarop ik de eer had een vers vers te
mogen plaatsen. Peter, die er niet bij is heeft deze fles geschonken en
waarschijnlijk zullen we dit lekkers nooit meer proeven. Dank u Peter en
spoedig herstel!
De
lunchpakketten worden staand tussen de standing stones verorberd. Nu
weer allemaal terug naar de busjes en op naar een afspanning met een
rode T en met uitzicht op een bevriende
vuurtoren. Dat kan alleen Kildonan hotel en Pladda zijn.
De
kronkelweg stopt plots in Brodick waar we nog maar eens aan een ferry
verwacht worden. Die gaat maar één richting uit: Ardrossan op het
Schotse mainland. We lopen wat doelloos rond en wie vinden we
“toevallig” in de lounge? Als dat ons Louisa niet is. Man, man wat
ziet die er goed uit. Ze is net terug van Japan en is duidelijk blij ons
te zien. Wanneer Jan zijn pijnlijk wedervaren bij Arran verteld is ze
plaatsvervangend “very embarrassed” en belooft om het goed te maken.
Het is toch een schat. Ik zie haar nog staan in Leuven op haar eerste
festival. Een snotter, en nu de trots van Schotland!
We
scheiden ons een beetje weemoedig af en komen het laadruim uitgereden.
De zon doet ondertussen haar stinkende best om de dag wat meer kleur te
geven.
Voorbij
Troon en Ayr duiken we de Lowlands in. Hier hebben zelfs de Vaes
broertjes nooit voet gezet. De reis kan nu echt beginnen hoor ik iemand
zeggen.
Net voor
Girvan merken we de reusachtige W. Grant distillery op Deze
graanwhiskyfabriek is niet toegankelijk en dus niet interessant, denken
we.
Buiten
Girvan vinden we, na een ommetje ons hol voor de volgende nacht. Het
Woodland Bay hotel is spiksplinternieuw. Het hele complex met de kamers
die uitkomen op een gemeenschappelijke binnenplaats, de manege, het
restaurant annex winkel met plaatselijke producten oogt modern en zeer
proper. Dit is een mooi opgezette business die goed marcheert zo te
zien.
Na het
verdelen der kamers moeten we dadelijk terug de busjes in. Werner leidt
ons terug naar de poorten van de heer W. Grant zijn doeningske. Alleen
om te bewijzen dat we 1) Er niet inkomen en 2) Er schitterende
graanwhiskys op de markt zijn. Hier worden 75 miljoen liter spirit per
jaar op de wereld losgelaten. Wie drinkt dat allemaal op?
Terug naar
de boerderieje. Het avondmaal stelt al de voorgaande culinaire
toestanden ver in de schaduw. Dit is haute cuisine. De tijd van erwten,
mashed potatoes en gravy is hier al een tijdje achter de rug. Man, is
dat lekker! Deze instelling biedt ons het toppunt van comfort want we
hoeven ons niet te verplaatsen voor onze dagelijkse portie Tennents of
Guinness.
De
roodharige vuurtoren die ons bediend zit al snel op onze golflengte en
de stemming stijgt, weerom ten top. We lachen ons een eind de nacht in
en hopen voor morgenvroeg het beste.
|