TERUG

 

Verslag & foto's: Gunter (Lidnr.01)

 

 

 

 

 

 

foto: Dirk (Lidnr.33), Islay Maart'09

 

 

 

 

 

 

First peat and than re-peat

De bedoeling van de avond was al direct duidelijk bij het ontvangen van de uitnodiging. Dit avondje zou over turf, peat, gaan.
‘K moet zeggen dat ik toch wat gewacht heb met me in te schrijven.
Niet direct veel zin om m’n mond weer vol rook van minderwaardige brandstof te krijgen.

Met het recentelijk herontdekken van Bowmore, de eenzame appreciatie van Blasda en het spontaan tranen in de ogen krijgen bij de 10 jarige Laphroaig Cask Strength is de drempel om de nieuwe geturfde, geturfdere en geturfste botellinge mijn delicate neus en dito smaakpapillen te laten ontregelen weer wat hoger geworden.

Maar … whisky is whisky en aangezien mijn goeie vriend Mario de tasting zou verzorgen, toch maar een plaatsje besproken.
Geen overbodige luxe blijkbaar want het was meer dan een “full house”. Ofwel werkt de propagandamachine van “the best whiskyshop in Belgium 2009” eindelijk naar behoren, ofwel is Jan Vissers gewoon “goe bezig”.

Aan de hand van de gesprekjes die ik met de deelnemers achteraf had, is het duidelijk dat het om het laatste gaat!

 

 

Peat dus! Vergane vegetatie en al eeuwen een bron om menselijke beschaving op te bouwen. Dat gaat in de winter namelijk gemakkelijker rond een gezellig vuurtje dan in een anders kille en vochtige grot. Je kan er ook graan boven drogen, dat dan een rokerig geurtje krijgt. Die rook is een van de nadelen van turf. Je moet al echt diep graven in het turfveld om aan de vergane en sterk samengedrukte vegetatie te geraken die lekker brandt zonder al teveel rook. De bovenste lagen zijn nog niet goed verteert en niet genoeg samengedrukt. Moest de vegetatie goed verteert zijn en extreem goed samengedrukt, dan spreken we van steenkool en niet langer van turf!

Als dat gerookt en gedroogd graan, in ons geval gemoute gerst, dan verder verwerkt wordt, krijgt men uiteindelijk whisky, geturfde whisky! 
Het hangt allemaal samen, zoals het T-shirt van mijn kleine broer zegt “Civilization starts with distillation”. Ene Jim van Bruichladdich, die de T-shirts verkoopt, zal waarschijnlijk op die tekst gekomen zijn, starend in zijn turfvuurtje in een lekker verwarmde droge grot ergens op een eiland in de verre zee … maar we dwalen af!

 

 

Gastspreker: Mario Groteklaes

 

Om wat duiding te geven aan de discussies die altijd ontstaan rond turf had Mario wat didactisch materiaal meegebracht. 

Waar komt het zout in whisky vandaan? Er werd een glas met zout door gegeven en er werd geen geur waargenomen. Wel vertelde hij dat er zoutafzetting door de wind op de vegetatie nabij de zee, “spray” in de volksmond, plaatsvindt en dat het zilte dan zijn weg langs de turf naar de whisky vindt. Om het “medicinale” karakter van geturfde whisky, de invloed van jodium aan de kust, te verduidelijken, had hij jodiumkorreltjes bij. Opgelost in alcohol gaven die niet het verwachte aroma af!

 

Speciaal voor mij had hij ook zwavel bij, denk ik toch, want dat flesje is niet rondgegaan. Vage minerale geur en daarom ga ik in de toekomst direct akkoord met de omschrijving van rubber of afgestreken lucifers langs de ene kant en afgekookte kool langs de andere kant, om zwavel in whisky te beschrijven! 

Er was zelfs een half “ge-chared” vaatje meegesleurd om aan te tonen dat “rook” in je whisky niet enkel van turf hoeft te komen. (Toch blij dat ik gekomen ben!).

 

 


PORT ASKAIG 25Y 45.8%

Een spiksplinternieuwe reeks van “Specialty Drinks”, de firma van Sukhinder Singh. De fles en het etiket stralen stijl en klasse uit. 
De whisky in de fles komt van de distilleerderij naast het haventje van Port Askaig op Islay, in de volksmond ook wel Coal Ila genoemd. Daar ouderdom het ppm (phenol parts per million*) gehalte doet dalen, beginnen we met de oudste. Kwestie van beetje op te bouwen. Wat direct opvalt zijn appeltjes in de neus. Heel zuiver ook en een beetje prikkelend. Groen hard fruit. Ziltig. Het mondgevoel is licht gruizig en weinig olie. De smaak van een groene “jonge” salade met kruidige vinaigrette. Complex. Het bittere van agrum in de afdronk, vooral op de lippen.

*ppm is een aanduiding van de hoeveel deeltjes fenolen, bestanddelen in turfrook, die zich vastgezet hebben op gerstkorrel.

 

 

 

 


PORT ASKAIG 17Y

Een typische Coal Ila! Veel compacter dan de 25 jarige. Groene limoen met agrum (tonic met pompelmoes). De retrofractie tussen zoet en zuur maakt hem heel fris. Plakkaatverf*. De houtrook die aan bbq doen denken, vindt zijn oorsprong in het blakeren van het vat. Deze Port Askaig zal later de winnaar van de avond blijken te zijn!

Wat hebben we geleerd?

 

Ten eerste … de aroma’s van plakkaatverf zijn die van fenolverbindingen, aromatische koolwaterstoffen, die in de verfindustrie gebruikt worden als bewaarmiddel.

 

Ten tweede … turf verbrandt al bij een temperatuur van 41°. Als de temperatuur tijdens het verbranden stijgt, komen er steeds andere aroma’s vrij. Bij lage temperatuur zijn dat zoete aroma’s, zoals zoethout. Bij hogere temperatuur wordt dat rook en teer. Bij lange tijd op lage temperatuur zou men zelfs vergiftigd kunnen worden. Mijn notities zijn hier niet zo duidelijk, het kan ook bij “hoge” temperatuur geweest zijn Laat maar iets weten hé!

 

 

PORT ASKAIG CASK STRENGTH 57.1% (da’s 100°PROOF!!)

Geen leeftijdsaanduiding. Peren en drop. Zoete teer. Havenaroma’s van olie en zee, mooi in balans (“Waar het land de zee ontmoet … hik!”, zegt er iemand). Plakaatverf klinkt toch mooier dan benzeenverbinding en het zit erin.

Een laatste brok kennis voor we aan de tweede reeks van de avond beginnen:

De fenolverbindingen bestaan uit lange en korte molecules. De lange verbindingen wegen het zwaarst, bevatten meer atomen, en worden min of meer tegengehouden door de wijze waarop men de spirit distilleert. Hoe meer kopercontact er is, hoe lichter de spirit zal zijn. De boiling ball, de lyne arm (hellingshoek en lengte) en de vorm van de opbouw boven de pot still spelen in deze materie allemaal hun rol. Uiteindelijk vinden we de zwaardere fenolen terug in de feints, de naloop, zodat ze kunnen geweerd worden uit de middle cut, het gedeelte van het distillaat dat uiteindelijk whisky zal worden.

De tweede reeks van de avond, “Elements of Islay”, is er ook eentje van Sukhinder Singh. De vaten werden geselecteerd door de bekende whiskyschrijver en zo veel meer, Charles MacLean. Cask strength en zonder leeftijd.

 

 

 

 

 

ELEMENTS OF ISLAY CI 1 62.9%

De “CI” staat natuurlijk voor Coal Ila! Het is een batch van 4 à 5 vaten die gebotteld werd onder de naam CI 1. De volgende batch zal dan CI 2 gaan heten. Dit allemaal maar om het moment waarop ik iets moet zeggen over de whisky uit te kunnen stellen. Maar wat moet moet. Likeuraroma, gaat licht naar alcohol, peer en wat rooktoetsen. Maar vooral alcohol! In combinatie met een fles, type “labostaal”, kan ik me niet van de indruk ontdoen dat ik in de betere drogisterij aan een fles alcohol sta te ruiken. Wel goede tip van Mario om “Peat, smoke and spirit” aan te schaffen!

 

 

 

ELEMENTS OF ISLAY Lp1 58.8%

Een Laphroaig. Medicinaal

 

 

 

 

DAILY DRAM PHILO RAGA 11Y 57.5%

Wat direct opvalt als Mario de fles onder mijn neus duwt is chocolade! Niet direct iets wat je verwacht bij een Laphroaig! Later komt er ook nog amandel. Maar dan zit ik met mijn neus in mijn glas. Rook en verrassend floraal! De rook proef je ook. Het medicinale tintje is hier uitgesproken eucalyptus. De amandelen zitten ook nog eens in de afdronk in de vorm van marsepein.

 

 

 

ELEMENTS OF ISLAY Ar1 58.7%

Een Ardbeg. Wat gruizig in de mond.

 

 

 

 

 

De inleiding verklapte het eigenlijk al. Op dit moment in tijd zit ik echt niet te wachten op enkel turf. Vandaar misschien dat de elements niet echt tot hun recht komen in mijn verslag, maar zoals ze in Limburg zeggen: Geeft ‘em nog een kans! 

Verrassing van de avond was, buiten de massale opkomst, de “Philo Raga” van Daily Dram! Jan fluisterde in mijn oor dat er nog meer “rook” op komst was om deze, toch wel schitterende en leerrijke avond af te sluiten. “De haggis is aangebrand!!”. Dit bleek een “graptje” te zijn, want er was een heerlijke visschotel voorzien en geen haggis. “Die Jan, dat is nogal ne kerel, daar kunt ge mee lachen!”. 

Maar alle gekheid op een stokje, met een hoofd vol over turf en een boodschappentas vol met lekkers keerde ik tevreden naar huis terug!  

Gunter

Boodschappentas vol met lekkers...

 

 

 

TERUG