TERUG

 

6 Februari 2013
Verslag: Gunter (Lidnr.01)

 

 

 

 

 

De aangeboden line up maakte de verplaatsing naar Kampenhout al meer dan de moeite waard. Ook de voor mij op het eerste zicht onbekende “Douglas Cook” van Glendronach, die de tasting aan elkaar zou praten, had mijn interesse gewekt.

Altijd leuk om nieuwe mensen te ontmoeten en die van Glendronach (en Benriach) weten gewoonlijk ook nog over wat ze ’t hebben! Ingeschreven dus!

 

 

 

 

Druk in de winkel en wat te vroeg. Geen nood, flessen genoeg om te bestuderen.

Opeens tikte iemand op m’n schouder en tot m’n verrassing stond Stuart Buchanan daar te stralen. Altijd blij weerzien! Blijkbaar is hij weer op toer in België en verzorgt hij de tasting vanavond. Geen “Douglas Cook” te zien.

Toen de tasting uiteindelijk begon was ik al volledig op de hoogte gebracht van het reilen en zeilen in de whiskywereld en had ik weer zoveel bijgeleerd dat het inschrijvingsgeld al terug verdiend was.

En er wachten me nog 8 whisky’s en nog meer informatie!

Stuart Buchanan

 

 

 

Stuart vertelt dat in de nasleep van de Pattison crash rond de eeuwwisseling (20ste, dat is), er een groot aanbod kwam van gebruikte sherryvaten. Tussen de jaren ’40 en ’60 was er geen enkel probleem om aan sherry butts te geraken. Na de jaren ’60 kwamen daar dan de “bourbons” en hogsheads bij.

Toen ze de distilleerderij enkele jaren geleden kochten, bestond de stock uit 10% “bourbon” en 90% “sherry”.

 Ondertussen hebben ze van de Pernod Group, eigenaar van Chivas Brothers en ex-eigenaar van Benriach, een kleine bottelingplant gekocht in Edinburg.

 

 

 

 

GLENDRONACH CASK STRENGTH OLOROSO & PX

 

De oloroso werd gevuld in 1993, de PX in 2002. De neus gaat van toffee naar boter. Chocolade en zachte rozijnen. Fris. Ceder. De smaak, na een initiële piek van peper, gaat ook naar chocolade en ceder (bitter). De afdronk is lang en warm met stewed barley.

 

Die stewed barley is wat ze nastreven als signatuur van Glendronach, zegt Stuart.

 

 

 

 

 

GLENDRONACH FOR THE NECTAR VIRGIN OAK HOGSHEAD 2002  57.1%

of  cask # 4530. Gefinished in virgin oak en dat geeft hem wat gras en kruiden. De neus is vol vanille en boter. In combinatie met de alcohol geeft dit een “peperige” prikkel die blijft hangen. In de afdronk vind ik “toast”. Het zurige komt hier specifiek van de nieuwe eik!

 

 

 

 

Bij de vandaag geproefde sterktes heeft men er heel wat minder last van, maar bij bottelingen van rond de 40% en iets hoger, kan koude er de oorzaak van zijn dat vetzuren en proteïnen aan elkaar gaan “klitten” en onsmakelijke zwevende “structuren” in de whisky gaan vormen.

“Alsof er iemand in gekotst heeft” is de correcte omschrijving volgens Stuart.

Een vat vol wijsheid en weetjes ... die Stuart.

 

 

 

 

 

GLENDRONACH OLOROSO SHERRY BUTT 1994  18Y

of cask # 98. De geur is die van zure kersen en chocolade. Mon Cheri bonbons. Zelfs zuur snoepgoed. De smaak is wat de neus voorspelt. De afdronk is zwaar. Gebrande karamel? Blijft goed. Koffie/koffiebonen. Kruidnagel.

GLENDRONACH FOR THE NECTAR & LA MAISON DU WHISKY OLOROSO SHERRY BUTT 1993  53.7%

of cask # 12. Doffe caramel. “Iets vlakker” dan de vorige. Bittere koffie en de stewed barley. Blijft goed.

 

 

 

 

 

 

 

 

Een beetje uitleg over de kleuren op de kopdeksels van de vaten leert ons dat  een pink dot op de cask de aanduiding was om aan te tonen dat deze met paxarette behandeld was. Niets illegaals, maar de neus ging dan meer richting parfum dan sherry-aromas. Stuart had er al zo’n geproefd, maar niet bij Glendronach hoor!

 

 

 

 

 

 

 

GLENDRONACH OLOROSO SHERRY BUTT 1992 19Y

of cask # 1123. Kruiden, koffie op ‘t randje en rozijnen. Donkere chocolade in de smaak. Kruiden. Sappige rozijnen met koffie. Verbrand randje. Afdronk kan tellen.

 

 

 

Weetje: Sherry butts worden niet gecharred. De spirit penetreerd maar zo’n 4 mm in het hout. Dit is niet zo diep zodat er niet veel tanine vrijkomt, dus minder bitterheid in de uiteindelijke whisky.

 

Weetje: Bij lange fermentatietijden bezinkt de gist in de washbacks en blijft daar achter. Dit resulteert in het aroma van “appels” in het distillaat. Bijkomend is dat de wash in de still minder schuimt. Men kan dan de wash still voller vullen en hem laten “simmeren” zonder gevaar van “overkoken”. Anderen voegen soms zeep toe om dit schuimen te voorkomen. Dit proef je dan wel in de new make.

 

 

 

GLENDRONACH PEDRO XIMENEZ PUNCHEON 1991 20Y

of cask # 3183. Amerikaanse eik. Rijping in PX is beperkt in tijd. (Relatief, want Stuart spreekt hier over “minder” dan 40 jaar). 6 mm penetratie hier en dat levert heel wat vanille op. Verrassend dus, die smaak. Bitter midden. Lekkere afdronk. De vanille “fruit” de sherry op.

 

 

 

 

GLENDRONACH PEDRO XIMENEZ PUNCHEON 1989 22Y

of cask # 5475. Kerstmiscake. Mist de koffie!! Amerikaanse eik? Zoeter dan de 1991. Kruiden? Chocolade.

 

 

 

 

 

 

 

 

GLENDRONACH OLOROSO SHERRY BUTT 1972 40Y

of cask # 710. “Vuile” munt. Zurig, vegetaal begin. Fris sherry einde. Zou dat typisch zijn voor extreem oude sherryrijping? Ik herinner me een oude uit Speyside, die van de groene weide, waar dat “mohito” gevoel ook sterk aanwezig was. Het cliché werd bevestigd en deze werd tot “winnaar” van de avond verkozen. Verdomd interessante whisky, maar wel 657 € de fles ... .

 

 

 

 

8 whisky’s op vatsterkte passeerden de revue vanavond, waarvan de nadruk op sherryrijping lag.

Aaneengepraat door Stuart Buchanan is het moeilijk om na vanavond Glendronach niet tot je favoriete distilleerderijen te tellen. Er geweest zijn, maakt het ook nog moeilijker ze te negeren. Hetzelfde gevoel hebben we ook bij Benriach. 

Daar komt dan nog bij dat het Stuart zelf was, die ons daar al enkele keren rondgeleid heeft. Sympathiek as hell en een vat vol kennis en praktijkervaring. 

Met andere woorden: A hero of our time!

 

Nog een weetje?: Er gaan 60 sherry butts in 1 container!

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 TERUG